Water

SCHILDPAD IN VILLA ADRIANA TIVOLI ROME   FOTO WILLEM KUIPERS

 

Dagstukjes – 213

 

 

Denkend aan Holland zie ik waardepapieren
snel door begerige vingers gaan.
GERRIT KOMRIJ: ONHERSTELBAAR VERBETERD

 

p 20 maart mag ik weer naar de stembus. Ditmaal voor de Provinciale Staten en de Waterschappen. Twee vliegen in één klap. Ik overweeg – voor het eerst in mijn leven – niet te gaan.

In de jaren zestig opperden wij, zeer linkse studenten, ook regelmatig niet te gaan stemmen, want daarmee hield je het verderfelijke, kapitalistische systeem in stand, maar we gingen toch.

Wat voor gevolgen dat heeft gehad, weet ik niet. Wel weet ik dat ons vermaledijde systeem in de voorbije jaren niet wezenlijk veranderd is – alleen maar erger geworden, je weet wel, de rijken steeds rijker en de armen nauwelijks minder arm.

Veranderd is alleen de politiek. Wat is daarmee gebeurd?

Het is een onophoudelijk gebekvecht geworden van een stelletje goed verdienende zzp’ers – sorry voor dat vreselijke woord. Maar met een betere en rechtvaardiger samenleving heeft dit gedoe niets meer te maken. Het gaat hun alleen nog maar om hen zelf. Al hun middelen zetten ze in om hun baan te behouden. Identiteit is hun voornaamste troef.

Het eerste zogeheten debat op de televisie in verband met de komende verkiezingen vond ik een beschamende vertoning. Zó erg dat ik besloot niet meer mee te doen. Ze zoeken het maar uit. Wat mij aan het hart gaat, zal nooit tot hen doordringen.

Identiteit

Identiteit, ja, de Nederlandse identiteit. Weet iemand wat het is? Weet Wilders wat het is? Of Baudet? Of Dijkhoff?

Het is grappig om deze lieden over identiteit te horen praten en nooit, maar dan ook nooit ook maar de allerpetieterigste aanwijzing te krijgen van wat dat voor hen betekent, identiteit. In dit geval, zou ik zeggen, een gemiste kans, want de waterschappen droegen het op een presenteerblaadje aan. Water, ja. Dat is mét het Nederlands, onze moedertaal, de kern van onze identiteit.

Identiteit is continuïteit. Zodra daarin een breuk ontstaat, rijzen er vragen, maar is er een breuk? Water speelt nog steeds een hoofdrol in ons collectieve bewustzijn. Claus had dat beter begrepen dan Máxima. Nog steeds scheiden we Nederland in een deel ‘beneden de grote rivieren’ – het land van Dijkhoff en Wilders – en een deel ‘boven de grote rivieren’. Martinus Nijhoff raakt het in een van zijn mooiste gedichten gevoelig aan: Ik ging naar Bommel om de brug te zien.

Het altijd aanwezige water, dreigend of een feest, ons schaatsen, ons zeilen, ons zwemmen, de polder, de binnenvaart, de bruggen, de veerponten, de parlevinkers, de afsluitdijk, de februariramp, de deltawerken, het wad, de elfstedentocht  – het is ons allemaal nog steeds heel vertrouwd, zeker als je een  van de tientallen boeken en gedichten hebt gelezen die erover gaan. Marsman schreef het prachtige Denkend aan Holland

Winnetou’s dood

Zelf was ik – in de rouw na Winnetou’s dood – maanden in de ban van boeken over onze Schiedamse baggeraars die – in technisch opzicht hun tijd ver vooruit – overal ter wereld havens, delta’s en rivieren uitdiepten. Die jongens kónden wat, zeg. Dat lééfde. Wat was ik trots op ze. Ik kikkerde er helemaal van op.

En dan nu dat gekwek van onze fractieleiders. Ik hoorde niet één keer het woord water. Ze kramen de grootst mogelijke onzin uit wanneer ze de Nederlandse identiteit als een godheid aanroepen. De ketelmuziek die ze maken, moet verhullen dat ze geen idee hebben waar het over gaat. De media versterken dag in dag uit dit schrille geluid. Zij zijn elk idee van kritiek kwijtgeraakt in hun lust om een zo groot mogelijk publiek te vermaken. Samen en in vereniging duwen politici en media ons de plomp in.

Het water staat ons aan de lippen.

 

 

 

9 MAART 2019
WKtS
LEES VERDER

ZIE OOK: BOMMEL EN ZIJN BRUG
ZIE OOK: WATERSCHAPPEN