BOOM VAN HADRIANUS
Dagstukjes – 198
De Italianen haten bomen
STENDHAL [1]
oor de Kerstkaart 2018 koos ik een boom die ik in september in de Villa Adriana bij Rome had gefotografeerd. Het was een olijf, tweeduizend jaar oud. Hij staat er niet alleen, daar in de Villa van keizer Hadrianus [76-138]. Hij staat er met vele, bijna allemaal even oud.
Ze geven het goeddeels ruïne geworden, maar zorgvuldig in stand gehouden landgoed een betoverende sfeer. Ze vertegenwoordigen een niet stuk te krijgen verleden en tegelijkertijd wekken ze, levend en wel, de indruk dat je Hadrianus zélf hier kunt zien rondwandelen op zijn dagelijkse tochtje langs de bomen.
Deze boom heeft de geboorte van Christus nog meegemaakt en de wrede vervolging van zijn joodse getrouwen in Rome. De eerste christelijke sekte. Ze werden gemarteld, gekruisigd of voor de leeuwen gegooid, maar ze lieten zich niet kisten, zó sterk was hun geloof in de Messias.
Nadat keizer Constantijn in 313 met het Edict van Nantes – het zogenoemde Tolerantie-edict – de christenen vrijheid van godsdienst had gegeven, hielden de vervolgingen op. Later bekeerde Constantijn zich zelf tot het christendom. Hij voerde de zondag als rustdag in. Het rooms-katholicisme werd staatsgodsdienst. Met steun van de Romeinse legioenen wist de kerk heel Europa te kerstenen – op de Friezen na. Die sloegen bij Dokkum de christelijke afgezant Bonifatius de hersens in.
Behalve door zijn Villa – en die olijfbomen – leeft Hadrianus voort in Hadrianus gedenkschriften, een bijzonder boek van Marguerite Yourcenar.
Het is een roman, maar Yourcenar giet haar verhaal in de vorm van een brief die de (homoseksuele) keizer aan zijn geadopteerde kleinzoon Marcus Aurelius schrijft, een manier om zijn hele leven bloot te leggen.
Het is een prachtig boek. Nog steeds, ook na zoveel jaar. Yourcenar is er lang mee in de weer geweest. Ze wist niet hoe ze de vork in de steel moest steken. Totdat die brief zich aandiende. Toen kon ze de keizer zijn ambivalente drijfveren in zijn eigen woorden laten verklaren.
Ambivalent, omdat Hadrianus als veldheer slaagde, mede doordat hij overal persoonlijk zijn troepen tot in de verst afgelegen grensgebieden opzocht, maar meer nog dan zijn keizerlijke plichten de schoonheid en de liefde wilde dienen.
Vooral de liefde die hij koesterde voor de geheimzinnige Antinous uit Bythinië in Klein-Azië kleurt dit keizerlijke zelfportret.
Hadrianus’ naam leeft voort omdat hij – hoe nobel ook – bijna heel Europa, het Midden-Oosten en Noord-Afrika aan zich onderwierp. Voor Yourcenar eindigde met hem een periode van welvaart en hellenistisch geïnspireerde beschaving in Rome.
Beroemd is nog steeds de muur in Engeland die naar hem werd vernoemd, Hadrian’s wall.
Hij heeft de olijfboom gezien die ik fotografeerde.
LEES VERDER
WKtS
25 DECEMBER 2018
[1] Geciteerd in Hadrianus’ gedenkschriften, Athenaeum, Polak & Van Gennep, 1995, p.284