Dilettanten

 

Verbeter Je Taal – 2

 

 

okken is erg, maar taalfouten zijn ook akelig. Op de voorpagina van Het Parool (29 augustus 2012) schrijft Felix Rottenberg dat Jack de Vries tegen Peter Jan Balkenende, die volgens mij Jan Peter Balkenende heette, loog om Wouter  Bos een hak te zetten: ‘Het was een slimme, gemene truc, waarmee het CDA haar eigen leugentjes adequaat kon verdoezelen.’

Het CDA, dat is onzijdig, ik kan er ook niets aan doen, en bij een onzijdig zelfstandig naamwoord past niet het vrouwelijke bezittelijke naamwoord ‘haar’. Dat moet ‘zijn’ wezen. Het CDA en zijn eigen leugentjes.  

De fout wordt veel gemaakt. Oudere Neerlandici spreken van de ‘haarziekte’.

Daar heeft Felix Rottenberg nu dus ook al last van.

Deze brief stuurde ik op 30 augustus 2012 naar Het Parool in een vergeefse poging ook deze krant te helpen bij het verbeteren van haar Nederlands.

Schrijven in een krant is vanzelfsprekend in de eerste plaats een taak van journalisten, maar al heel lang is het gebruikelijk ook anderen – niet-journalisten – een plaats in de kolommen te gunnen.

Goed idee.

JAN RAP EN ZIJN MAAT

Bij de Nederlandse kranten die ik ken, de Volkskrant, Het Parool en de NRC, is dat enigszins uit de hand gelopen. Jan Rap en zijn maat mogen al jaren stukjes aan het nieuws toevoegen. Soms omdat ze ‘deskundig’ zijn, althans deskundiger dan de gespecialiseerde journalist van dienst, soms omdat ze ‘leuk’ zijn, of ‘vrouw’ of ‘allochtoon’ of liefst dat allemaal tegelijk, maar zelden omdat ze bewezen hebben dat ze a. heel goed schrijven, dat wil zeggen beter dan wie ook, zoals Arnon Grunberg en b. iets te zeggen hebben – vermoedelijk omdát ze zo goed schrijven want het goede schrijven is natuurlijk geen aan de mededeling toegevoegd handigheidje, het is een heel eigen manier van verwoorden die zelfs ogenschijnlijk onbenullige dingen betekenis kan geven.

DWINGELAND

Moderne hoofdredacteuren hebben de neiging deze zogenoemde ‘columnisten’ in te zetten om hun lezers te paaien, wat natuurlijk altijd verkeerd uitpakt. Politici zijn geliefd, tenminste als ze vaak op de tv komen. Ik wil niet verhelen dat er onder hen zijn die kunnen schrijven – en dus iets te zeggen hebben – maar die hoor je te weinig.

Men kiest, bij de Volkskrant bijvoorbeeld, voor een rooie dwingeland als Marcel van Dam, bij Het Parool voor Felix Rottenberg en bij de NRC zelfs voor verschillende politici, onder wie een tijdlang iemand van de PVV, die bij toerbeurt een column schrijven. Aan zo’n stukje van Rotttenberg als waar ik op reageerde, kun je zien hoe erbarmelijk dat eruit ziet. Kan het dan wel wat wezen?

BURGEMEESTER

Ergerniswekkend, voor mij als oud-journalist, is dat zulke mensen zich na verloop van tijd zelfs schrijver gaan wanen. Door de uitverkoren positie waarin ze dankzij het hoofdredactionele beleid verkeren, voelen ze zich ver verheven boven de journalisten in vaste dienst, de vakmensen zeg maar, en zo worden ze ook benaderd. Door uitgevers, maar ook door bureauredacteuren, die hun bijdragen consciëntieus zouden moeten lezen maar dat niet doen. Ze kijken wel uit. Ze weten dat hun kritische opmerkingen niet gewaardeerd worden, niet door deze schrijvende amateurs en al helemaal niet door een hoofdredacteur die vooruit kijkt. Die wil straks natuurlijk wél ergens burgemeester worden.

 

 

 

LEES VERDER
WKtS
28 SEPTEMBER 2012