Vakantie

DE OEVERLANDEN BIJ SCHIPHOL

Dagstukjes – 310

 

Toen er nog geen auto’s waren
en geen brommers, we geen
radio hadden en geen TV,
toen waren we ook niet gelukkig.
WIM DE VRIES

 

 

Twee, drie keer per jaar op vakantie is tegenwoordig heel gewoon. Het is een récht. Mijn ouders moesten het nog doen met één keer per jaar twee weken vrij. Dat was een gunst. Tevreden bleven ze thuis.

Wij, hun kinderen, mochten al wat meer. Wij fietsten ’s zomers goedgemutst op onze mieterse karretjes naar de Wadden om daar in een lekke tent te kamperen of we liftten helemaal naar het mondaine Parijs.

Wat een avontuur!

Nu vliegt iedereen voor veel geld – én aanzienlijke milieuschade – naar  hippe oorden als Ibiza, Bali en Aruba…  Ze hebben vakantie, ze voelen zich vrij, maar vakantie is allang geen vrijheid meer, laat staan avontuur, vakantie móet. Het is een product dat je consumeert als alle andere producten. Als reis en verblijf maar niet onder doen voor de eisen die je thuis stelt. Met liefst een vleugje verdunde exotiek. Oók als het milieu om terughoudendheid vraagt, óók als het oorlog is, op reis, naar Schiphol en vliegen maar.

Escapisme

Het maakt de consument niet uit dat hij met honderdduizenden is. Dat er te veel mensen tegelijkertijd op dezelfde plaats zijn. De ouderwetse vakantieganger griezelt ervan, de veeleisende consument niet. Die blijft – kankerend in een overvolle vertrekhal – op zijn recht staan. Hij is een gedomesticeerde avonturier, nooit alleen.

Onbegrijpelijk, dit escapisme. Hoofdschuddend pak ik mijn fiets en rij naar de Oeverlanden langs De Nieuwe Meer bij Schiphol. Daar hoor ik – als het gebulder van de vakantievluchten even stilvalt – de wonderlijke, muzikale capriolen van de nachtegaal…

Mijn dag kan niet meer stuk.

 

 

T E R U G  N A A R  D E  V O O R P A G I N A

L E E S   V E R D E R
W K t S
E E R D E R   I N  L O G B O E K
1 M E I