Bordengekte

 

Verkeersministers schrijven geschiedenis

 

 

Een karretjen op den Zandweg reed;
De maan scheen helder, de weg was breed,
Het paardje liep met lusten….

J.P.HEIJE: TWEE VOERLUI

 

Bij de ingang van de speeltuin staat sinds kort een bord ‘verboden voor honden’.

Geen hond die het leest.

Op een wandeling buiten Amsterdam was een hobbel op mijn pad gemarkeerd met de mededeling dat er bij gladheid niet gestrooid zou worden.

Het was niet glad en er werd dan ook niet gestrooid, maar wat, vroeg ik me af, deden ze bij gladheid dan wél?

Ik liep er nog over te peinzen toen wat verderop wéér een bord mijn aandacht trok. Ditmaal werd mij de gedragscode racefiets verkondigd en hoewel ik liep en alleen een gedragscode wandelaar had te gehoorzamen, die ik nergens zag, was ik nieuwsgierig genoeg om bij de gedragscode racefiets even stil te staan. Het begon met: Houd je aan de verkeersregels.

Het reglement was een lange puntsgewijs opgestelde lijst die je niet in een vloek en een zucht tot je neemt. Ik was nog niet halverwege toen een peloton tot de tanden bewapende fietsers me schreeuwend achterop reed – terwijl ik net gelezen had dat ze niet moesten schrééuwen, maar béllen.

Hectometerbordjes

Steeds meer borden, dacht ik, maar je bent je leven niet meer zeker.

Bij de scholen in mijn straat werden deze zomer heel lelijke, gemeen geel fluorescerende borden geplaatst met het opschrift 15 km/h school.

15 km/h school.

De Porsche- en SUV-rijders op deze sluiproute trappen sindsdien het gaspedaal alleen nog maar dieper in. Misschien, bepeinsde ik uit de goedheid mijns harten, zien ze die 15 km/h voor 150 km/h aan. Automobilisten weten het tegenwoordig niet meer, hè.

Steeds meer borden. Als je ze alleen al in je directe omgeving zou willen turven, heb je daar dagwerk aan. Ik zou dolgraag willen weten wie  – of wat – hier achter zit.

De bordengekte begon mij rond de eeuwwisseling op te vallen toen er langs de snelwegen in één keer honderden, nee duizenden bordjes aan de vangrail werden bevestigd. Om de honderd meter één. Hectometerbordjes. Vervangers van de eeuwenoude mijlpaal.

Ik vroeg me toen al af waarom er zo ontzettend veel van die bordjes werden aangebracht.

De schuldige bleek Tineke Netelenbos, wie kent haar niet,  die als minister van Verkeer en Waterstaat op 14 februari 2000 ten overstaan van de voltallige Nederlandse pers graag wilde tonen hoe voortvarend zij als sociaal-democraat Nederland opstiet in de vaart der volken. Zo schreef ze geschiedenis.

Bordenlobby

Ik snapte niet waarom Tineke uitgerekend deze verkeersborden daarvoor uitkoos. We leefden al in de tijd van de satellieten die iedereen waar ook ter wereld kunnen traceren, zelfs achter het stuur van een auto. Iedereen had al een mobieltje. Maar misschien was dat nog niet tot Den Haag doorgedrongen. Of wilde Tineke misschien haar voorgangster, Neelie Smit-Kroes van de VVD, een hak zetten. Neelie had in háár ambtsperiode als minister van Verkeer en Waterstaat geschiedenis geschreven met het ‘kaasplankje’, ook wel het ‘geeltje van Neeltje’ genoemd. Het verbood automobilisten op de snelweg harder dan 100 km/h te rijden.

Melanie Schultz van Haegen – Mees Geesteranus, de opvolgster van us Camieleke, over wie nu wel genoeg onaardigs is gezegd, vond dat maar niks. Wat is nou 100 km/h als je een BMW hebt die makkelijk 200 km/h kan halen? Melanie spande zich dan ook in om het haar gemotoriseerde VVD-vrinden met BMW’s naar de zin te maken door ze toe te staan om in plaats van 100 of 120 km/h hier en daar 130 km/h te rijden. Sindsdien weet – net als na alle overheidsgerotzooi met de spelling van het Nederlands – niemand meer hoe het zit.

Is het bord het lustobject van verkeersministers geworden?

Het lijkt er wel op.

Deskundigen zeggen dat borden geen bal helpen zolang je niet krachtig optreedt tegen overtredingen, maar dat kán de overheid niet – of slechts in zeer beperkte mate. 

Wat hebben al die borden dan voor zin?

Een bron van inkomsten voor de bordenindustrie? Ongetwijfeld. Die zal wel haar eigen lobby in Den Haag hebben want er gaat veel geld om in dit bedrijf, zag ik op het internet.

Mooi, maar moet ík daar als sociaal-democratische wandelaar en fietser dan aan meebetalen?

All art is quite useless

Als die bordjes móeten, zou ik zeggen, maar volstrekt nutteloos zijn, kun je er ook kúnst van maken, indachtig het gevleugelde woord van Oscar Wilde: All art is quite useless.

Geef kunstenaars opdracht ze te beschilderen op een wijze die de glorie van het landschap nog vergroot en de automobilist uit zijn appende lethargie verheft. Graffiti artists wrijven zich in de handen…

Je kunt er ook gedichten op zetten, geen goedkope rijmpjes, maar goeie gedichten, gedichten uit de rijke Nederlandse traditie.

Er is weleens gezegd dat geen land ter wereld zo lang een zo bloeiende dichtkunst heeft gekend als Nederland. Een mer à boire. Van Een karretjen op den Zandweg reed... van J.P. Heije tot Dichten is net als koken: je pleurt maar wat in de pan als je koken kan van Riekus Waskowsky.

Je kunt ook nieuwe gedichten laten schrijven. Of wat er dan zo nodig op moet staan – zoals bovenstaand bord in Broek in Waterland – door Jean-Pierre Rawie mooier en op rijm laten formuleren. Geen ‘eventuele mest van uw dier’ bijvoorbeeld, wat trouwens taalkundig gezien onzin is, maar ‘geurende paardenvijgen die dampend op het plaveisel zijgen’….

Misschien een idee voor minister Cora van Nieuwenhuizen-Wijbenga, de opvolgster van Tineke, Neelie, us Camieleke en Melanie?

Zo kan ook Cora geschiedenis schrijven.

 

 

WKtS
31 DECEMBER 2017