Stalinorgel

 

Dagstukjes – 199

 

Patience has its limits. Take it too far, and it’s cowardice.
GEORGE JACKSON

 

ok nadat duidelijk was geworden dat Scheveningen aan een vuurwerkramp was ontsnapt, bleef iedereen unverfroren het woord vreugdevuur in de mond nemen.

Laat het even tot je doordringen. Vreug-de-vuur.

Hepjum?

Maar het vuur dat we zagen had met vreugde niets te maken. Het was een stammenoorlog tussen twee dorpen. Wie heeft de grootste? Het was oorlog.

Niet alleen daar, overal. In mijn buurt waren vanaf acht uur ’s avonds tot ver na middernacht jongetjes van een jaar of tien, elf, twaalf  aan een stuk door aan het knallen. Ze renden opgewonden rond en smeten hun explosieven alle kanten op. Met hun aanstekers joegen ze de fik in wat maar branden wilde. Ouders stonden erbij en keken ernaar. De leukste deden mee.

Een man die ik voor een vader aanzag, maar die als een puber uitgedost was met z’n witte gympies en petje achterstevoren op z’n kop, bracht een paar maal een gigantische doos aan het knallen. Het geluid ging je door merg en been. Een Stalinorgel, hoorde ik later.

Zelfs schrijver dezes die bij de veldartillerie nog batterijen houwitsers van nabij heeft horen brullen, raakte bevangen door paniek. Het was alsof de granaten zo in je huiskamer konden inslaan. Het benam ons alle lust om nog de straat op te gaan, wat tot voor kort met Oudjaar de gewoonte was.

Deze gezelligheid lijkt nu voorgoed van de baan. Met dank aan de volwassen uitslovers die voor hun kids elk jaar meer geld aan dit geknal uitgeven. Met dank ook aan laffe bureaucraten als het VVD-ei Krikke in Den Haag tot wier botte hersens het maar niet wil doordringen dat zulk geweld een aanslag is op mens en milieu.

Vreugdevuur? Het was de hel.

 

 

 

LEES VERDER
WKtS
3 DECEMBER 2018