Sprookje

 

Over het verbieden van kinderfeesten

Zijn knecht staat te lachen,
En roept ons reeds toe…

SINTERKLAASLIEDJE

 

andaag vier ik met vrouw en kinderen het feest van Sinterklaas. De jongste in ons gezelschap is acht, en hoewel hij een uiterst gis Amsterdammertje is – dat kan honkballen als de beste – gelooft hij nog steeds in Sinterklaas.

Nog net.

Volgend jaar zal het wel over zijn.

Iets van zijn geloof kleurt dit kinderfeest ook voor mij – die al langer in dit ondermaanse vertoeft dan hem nog vergund is.

Geloof.

Maar waarin dan in godesnaam?

In het sprookje.

Lees er Gerard Reve maar op na. Subliem heeft hij ons verteld hoe hij als kind naar de goedheiligman en de kerstboom hunkerde, symbolen van feesten die in het gestaalde gezin van zijn vader – en zijn broer Karel – verboden waren.

Verboden, ja.

Ab-so-luut verboden.

Ter heling van zijn trauma’s kreeg Gerardje van zijn psychiater de raad om sprookjes te gaan schrijven. Wat hij deed. Zo werd hij schrijver. Schrijver van sprookjes.

Een levensbeschouwing die sprookjes uitbant, maken we uit Gerards ervaringen op, brengt mensen en vooral kinderen ernstige schade toe. Zo’n ideologie, leer, religie of manier van denken draagt de kiem van de vernietiging in zich. Het is per definitie vernielzucht. Onze materialistische ideologie met haar absolutistische verering van de Mammon – en de rede – doet in dat opzicht niet voor het marxisme of het stalinisme onder.

Ongerijmd, deze vergelijking?

Nee, want zoals Leo Vroman ons lang geleden al liet weten: ‘Op enkele dagen van het jaar is bijna alles wel eens waar…’

WKtS
5 DECEMBER 2016