Oranje, blanje, bleu

 

 

Verbeter Je Taal Nog Meer – 25

 

Waar de blanke top der duinen
Schittert in den zonnegloed….
P. LOUWERSE: MIJN NEDERLAND

 

n een column van Asha ten Broeke in de Volkskrant las ik ‘zonder aanziens des persoons’. Dat is één s te veel. Het is ‘zonder aanzien’, een fout die veel gemaakt wordt. Die s van ‘persoons’ is een naamvals-s, een twééde naamval, een genitief.

Naamvallen regelen al eeuwen beknopt en elegant betrekkingen tussen woorden. De s van ‘persoons’ is hier verbonden met ‘des’, dat ‘van de’ is. Van is een voorzetsel dat om de tweede naamval vraagt.

Als je ‘des persoons’ leest, dan lees je dus ‘van de persoon’. Als je ‘zonder aanziens’ leest, lees je onzin.

Het Nederlands was ooit rijk aan naamvallen, we hadden er wel vijf, maar ze zijn obsoleet geworden en worden nauwelijks nog gebruikt. We praten – en schrijven – steeds meer met steeds minder.

Als de naamvallen zo schaars geworden zijn, zou je zeggen, dan is het toch niet zo moeilijk ze goed te gebruiken?

Toch wel, want taalgebruikers hebben geen idee meer wat naamvallen waren en wat ze, taalkundig gesproken, deden. Niettemin is die kennis nog altijd onontbeerlijk.  Ze vergroot het inzicht in de manier waarop woorden en zinnen samenhang én betekenis krijgen. Zonder samenhang en betekenis gaan taalklanken almaar holler klinken. We horen het dagelijks op radio en tv.

Taal is een oeroude, ongehoord vernuftige systematiek waarmee iedereen al jong leert omgaan. Daar moet je zuinig op zijn, zou je denken. Maar taal is niet alleen een wonder van vernuft, ze is óók geschiedenis, ónze geschiedenis.

In Nederland weten we dat niet meer en doen we maar wat. Als taal al eens ter sprake komt, dan is het louter opportunisme, willekeur of bijzaak (spelling bijvoorbeeld).

Neem het woord ‘blank’ dat zo nodig door het woord ‘wit’ vervangen moet worden. Maar ‘blank’, zult u zeggen, betekende toch altijd al ‘wit’? Heel goed. Denk maar aan ons oranje, blanje, bleu, dat helaas in handen van de NSB en aanhangers van het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime zijn onschuld verloor. Maar het ons opgedrongen ‘wit’ is als Amerikaanse import (white) ook niet vrij van racistische smetten.

En toen kwam ook die De Hond nog langs, de peiler, Maurice. De man die met zijn gepeil al jaren de pijlers van onze polderdemocratie ondermijnt. Moet uitgerekend hij met zijn zwiebelende dieplood nu ook de rijke visvijver van het Nederlands gaan zitten vertroebelen?

 

 

 

LEES VERDER
WKtS
7 NOVEMBER 2016
DE VOLKSKNAR