Uit de oude doos – 2
hoeveel wreekt de bruidegom de bruid
als op java plassen bloed zij stuiptrekt
uitbuiters hun buit haar ogen oesters inslaan en
uitzuigen?
Indonesië, daarover leerde je op school. Nog steeds ken ik al die eilanden uit mijn hoofd. Maar wie daar leefden, en hoe, geen idee. Over de aanwezigheid van Nederlanders in de archipel hoorde je weinig. Die was vanzelfsprekend.
Jongensboeken, zoals De Katjangs, leerden mij voor het eerst iets over Indonesië en de Nederlandse kolonialen in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Het heeft lang geduurd voordat ik een samenhang zag tussen hun houding en de gruwelijke misdaden die Nederlandse militairen in ‘ons Indië’ begingen. Bij mij in de straat werd sergeant Frits, Frits Bouwmeester, die vast ook met de 7-Decemberdivisie in de alang-alang vele peloppers een kopje kleiner had gemaakt, als een held ontvangen toen hij ongedeerd weerkeerde.
Roofstaat
Frits was een zachtmoedige man, altijd tot een praatje bereid, maar over Indonesië deed hij er het zwijgen toe, hoewel ik na het lezen van Max Havelaar almaar nieuwsgieriger was geworden naar die ‘gordel van smaragd’ waar Nederland de bevolking zo meedogenloos had uitgebuit dat Multatuli sprak van een ‘roofstaat’.
Dat was halverwege de negentiende eeuw, lang geleden, maar al dat onrecht werd deel van mijn leven toen ik het boekje Oeroeg van Hella Haasse las. Zij vertelt daarin over twee boezemvriendjes, een Indonesische en een Nederlandse jongen, die met het verschil in hun afkomst te maken krijgen als de vader van de Nederlandse jongen zijn zoon vraagt wat hij met ‘die inlander’ aan moet.
Bersiap
De tranen schoten me in de ogen, maar sentimenteel was het verhaal niet. Integendeel. Gaandeweg laat Hella Haasse de Indonesische jongen Oeroeg zodanig radicaliseren dat hij nog maar één ding wil: alle Nederlanders en hun Indisch-Nederlandse of Chinese collaborateurs om zeep brengen. Zelfs zijn allerbeste vriend.
Als je dit debuut van Hella Haasse uit 1948 – toen het als Boekenweekgeschenk verscheen – nu herleest zoals ik deed, na wat gegrabbel in de oude doos, wordt de Bersiap – de gewelddadigheden van jonge Indonesische vrijheidsstrijders als Oeroeg – een stuk begrijpelijker. Het verhaal behoudt een hoog realiteitsgehalte, al weten we door Revolusi van David van Reybroeck nu zoveel meer over ‘ons Indië’ en de Nederlanders die zich daar op alle niveaus misdroegen.
Ik blééf over Indonesië lezen, maar geen boek heeft me ooit zoveel gedaan als Oeroeg dat me voorgoed de ogen opende voor het onrecht van kolonialisme, racisme en slavernij.
L E E S V E R D E R
T E R U G N A A R D E V O O R P A G I N A
W K t S
1 8 J A N U A R I 2 0 2 2
D E V O L K S K N A R N R 375 20 J A N U A R I 2022
H E T C I T A A T V A N L U C E B E R T I S U I T H E T G E D I C H T
B R I E F A A N O N Z E G E M A R T E L D E B R U I D I N D O N E S I A