Een Arabische tekst van Joop Moesman
Met de voormalige meesterdrukker Bavo van Rossum bezocht ik de Assalam moskee in Rotterdam. Toen we het gebouw betraden, haalde hij een fraai geïllustreerd stuk papier te voorschijn met een Arabische tekst die hij niet kon lezen – en ik evenmin. Hij hoopte in de moskee uitsluitsel te krijgen, maar de hulp-imam die ons – terwijl het vrijdagmiddaggebed op het punt stond te beginnen – hoffelijk te woord stond, wist het ook niet.
Een verrassing voor mij was dat de onleesbare woorden niet door een Arabier waren geschreven, maar door Joop Moesman, een van de grootste schilders die Nederland heeft gekend.
Bavo was met hem bevriend en door hem leerde ik deze bijzondere, zeer knorrige man óók kennen. Hij woonde toen in een door hemzelf ontworpen huis in Schalkwijk, dat niet alleen door zijn modernistische uiterlijk én interieur grote indruk maakte, maar vooral ook door een keur aan Perzische tapijten waarvan Bavo me had gezegd hoe kostbaar ze waren, maar dat zag ik zag er niet aan af. Ik vond het een nogal slordig, of misschien wel rommelig dan wel ‘artistiek’ geheel. Pas vele jaren later ging ik de verborgen schoonheid van zulke oude Perzen begrijpen.
SIGMUND FREUD
Moesman maakte – iedereen kent ze – weergaloos prachtige schilderijen, maar slechts weinig bewonderaars weten dat hij ook een gedreven kalligraaf was, iemand die zich zijn leven lang in andere schriftvormen dan de westerse verdiepte. Een man met een open oog voor de schoonheid in en om ons heen, maar óók een man met een scherp oog voor de duivel in soms ogenschijnlijk zo aardige mensen.
Over de mens hoefde je Moesman niets te vertellen. Zijn schilderijen getuigen ervan.
Hij was een surrealist, de enige in zijn tijd in Utrecht. Hij had dat surrealisme niet zomaar ergens opgelopen. Hij had het zelf ontdekt, in zichzelf. Zoals hij alles zelf in zichzelf – en op eigen houtje – ontdekte.
Pas nadat hij al een poos schilderde – in de tijd die hem restte na zijn werk op het hoofdkantoor van de Nederlandse Spoorwegen in het Moreelsepark te Utrecht, het karakteristieke gebouw dat in de volksmond De Inktpot heet – ontdekte hij de belangrijke internationale kunststroming die het surrealisme in Parijs onder aanvoering van André Breton geworden was, een kunstvorm die veel aan Sigmund Freud te danken had.
VREDE
Niemand in zijn omgeving kon Bavo van Rossum vertellen wát Moesman nu eigenlijk voor hem had gekalligrafeerd. Hij kon het hem zelf niet meer vragen. Moesman is dood. Omdat ons bezoek aan de Assalam moskee niets opleverde, raadpleegden we een paar Arabisten en native speakers.
Algauw hoorden we wat Moesman geschreven had. Hij schreef: ‘Vrede voor wie binnentreedt waar God zetelt.’
Het is de gebruikelijke tekst boven de ingang van een moskee (of een huis). Het was een geschenk van Joop Moesman voor Bavo van Rossum toen deze een nieuwe woning betrok.
Op verzoek van Jos Bours vertaalde Jamal Hamid de tekst. Hamid is van Marokkaanse komaf. Hij is journalist en werkte bij het Utrechtse theatergezelschap Stut mee aan de voorstelling De zonen van de Maghreb.
WKtS
22 APRIL 2015