Logboek mei 2020

 

Het oordeel van de Volkskrant

Ook de Volkskrant meldde vanmorgen dat Arjan Peters op non-actief  is gesteld. Pijnlijk. Vooral omdat het niet de eerste keer is dat zo’n maatregel tegen Peters noodzakelijk blijkt. Ik hoop dat hem recht gedaan wordt, maar één vraag dringt zich alvast aan mij op: wat gebeurt er met de recensies van Arjan Peters als hij schuldig wordt bevonden? Worden die dan ongeldig verklaard? Of blijven ze tot in lengte van jaren de getroffen schrijfsters achtervolgen als ‘het oordeel van de Volkskrant’?
27  M E I  

Arjan Peters

Volgens de NRC is Arjan Peters door de Volkskrant op non-actief gesteld. Hij zou als recensent auteurs hebben geïntimideerd. Ik heb lang met Peters samengewerkt. Als boekenredacteur was ik verantwoordelijk voor de literatuur in de Volkskrant. Arjan Peters kwam door toedoen van Michaël Zeeman bij de boekenbijlage, toen nog onder leiding van Han van Gessel. Hij was freelancer, Michaël was redacteur in vaste dienst. Zeeman had dientengevolge zijn redactionele verplichtingen, maar daaraan liet zich weinig gelegen liggen. Met het werk van Peters bemoeide hij zich niet. Dat liet hij aan mij over. Hij had het veel te druk met het VPRO-programma Zeeman met boeken. Ik vond dat niet kunnen. Onze nieuwe chef, Aleid Truijens, was het met me eens en er ontstond wrijving. Het liep uit de hand toen Zeeman mij ervan beschuldigde hem in het openbaar zwart te maken, wat hij had opgemaakt uit mijn e-mailcorrespondentie met Joost Zwagerman, die hij had gestolen, wat hij ontkende. Het was een pijnlijke affaire, voor alle betrokkenen. Het conflict liep zo hoog op dat de hoofdredactie dreigde de boekenafdeling op te heffen. Die prijs was mij te hoog en ik zwichtte, maar wilde wel van Arjan Peters weten aan welke kant hij stond. Aan de kant van Zeeman, zei hij. Daarover liet hij geen misverstand bestaan. Evenmin als zijn toenmalige echtgenote, Désanne van Brederode, die mij streng toevoegde dat ze allebei veel aan Zeeman te danken hadden. Hij was hun godheid. Arjan Peters bleef Nederlandse literatuur recenseren. Kort na mijn pensionering in 2002 werd hij door Wim Wirtz – alweer een nieuwe chef – aangesteld als literair redacteur. Wat hij vervolgens uitspookte, weet ik niet, maar op grond van mijn  journalistieke ervaring kon ik als lezer van de Volkskrant vaststellen dat het heel, heel weinig was. Op Facebook gaf hij er blijk van dat hij net als zijn Lichtende Voorbeeld veel tijd in zijn bijverdiensten stak die schaamteloos in de tijd van de baas werden geregeld. Peters schijnt dat de normaalste zaak van de wereld te hebben gevonden. Nu wordt hij ter verantwoording geroepen omdat hij schrijfsters van wie hij het werk besprak, geïntimideerd zou hebben. Net als Michaël Zeeman zal hij geprobeerd hebben als, ahum, ‘gezaghebbend’ criticus, tjonge, tjonge, indruk op zijn slachtoffers te maken, nou ja, slachtoffers, veelal waren het meisjes die hun hart vasthielden voor de strenge leraar Nederlands die hun opstelletjes moest gaan beoordelen. Tenminste eenmaal leidde het zelfs tot een kind. Een belangrijke rol in deze krankzinnige affaire speelde Joost Zwagerman met wie ik een tijdlang – net als met Michaël Zeeman, Arjan Peters en Désanne van Brederode  – vriendschappelijk omging. Joost was de eerste die – in Vrij Nederland – Peters op een ernstige faux-pas betrapte, Zeeman was een nagel aan zijn doodskist. Na het lezen van De langste adem, het verhaal van Arielle Veerman over haar huwelijk met Joost, werd me duidelijk tot welke rotstreken haar man in staat was. Het leek me ineens goed mogelijk dat hij misschien zélf onze e-mailcorrespondentie bij Zeeman in de bus had gestopt om aldus zijn vijand een hak te zetten. Dat mislukte. De toenmalige hoofdredacteur, Pieter Broertjes, nu burgemeester van Hilversum, nam zijn idool tegen ons in bescherming door Zeeman een riante baan in Rome te bezorgen. Vanuit de Hel in Dantes Goddelijke Komedie hoor ik een alwetende Zwagerman de verzuchting slaken: Eindelijk, eindelijk gerechtigheid.
25  M E I

Frank Rijkaard

Vijfentwintig jaar geleden won Ajax de Europacup. Ik las er mooie stukken over. Wat een prestatie. In de NRC zag ik vooral de rol van Frank Rijkaard benadrukt. Dankzij hem wist Ajax de top te bereiken. Rijkaard is mij altijd sympathiek geweest. Soms zag ik hem nog op het schoolplein, waar hij op zijn kinderen en ik op mijn kleinkinderen wachtte. Zijn gezag stelde dat van Louis van Gaal in de schaduw. Daarom won Ajax. Koren op mijn molen. Voetballers winnen en trainers gaan met de eer strijken. Louis van Gaal was daar een meester in. Handenwrijvend maakte de sportpers een Übermensch van hem. Maar net als zijn bewonderde voorganger Rinus Michels had hij alles aan een paar uitzonderlijk goede voetballers te danken. Omdat voetbaljournalisten hagiografie en verafgoding hoger in hun vaandel hebben dan kritiek, krijg je dat zelden te horen. Van Auke Kok moest ik vernemen dat het vermaarde Nederlandse totaalvoetbal niet per se een uitvinding van Rinus Michels was,. Johan Cruijff en Piet Keizer waren minstens zo belangrijk, zo niet belangrijker. In hún voetspoor konden zelfs tamelijk matige Nederlandse voetballers in het buitenland miljonair worden. Ere wie ere toekomst, Louis. Als je iets bescheidener was geweest, waren we misschien wel wereldkampioen geworden.
24   M E I  

Rivierenland

We fietsen van Tricht langs de Appeldijk en het landgoed Mariënwaerdt naar Beesd. Onderweg zien we hoe het gemaal de Neust dat in 1926 werd aangelegd om de waterhuishouding in dit deel van de Betuwe op peil te houden, wordt vernieuwd. Het oorspronkelijke gebouw blijft bewaard. Het is integraal verplaatst om het in 2021 terug te kunnen zetten. Het is een Rijksmonument. Het huis ernaast wordt gesloopt. Treurig voor ons, want lang woonde daar een familielid, de pianiste Willemien Kuitenbrouwer, die woning én tuin in een gastvrij paradijs had herschapen. In een bijgebouw werd vaak geconcerteerd. De Neust was voor ons niet alleen een gemaal maar ook een plek waar Bach, Vivaldi, Mozart en Haydn klaterend tot leven kwamen. Nu is het allemaal weg. Net als Willemien zelf, die net op tijd is gaan hemelen. Gelukkig ziet ze vanaf haar pianokruk in de muziek der sferen hoe men het rivierenland zo goed en zo kwaad als dat gaat intact heeft gelaten. Een wonder, zegt u dat wel, mevrouw. Maar je moet oppassen. Als je maar even van het smalle pad langs de Linge afwijkt, stuit je op diep ingrijpende graaf- en grondwerkzaamheden, veelal om de doorstroming van het verkeer te bevorderen. Overal, in Acquoy, Rhenoy, Gellicum, Rumpt, Beesd en Tricht beroven deze bouwactiviteiten ons van de illusie dat we rondpeddelen in de tijd dat de Neust werd aangelegd en er meer paardenwagens dan auto’s waren. Die zijn er nu wel, die auto’s bedoel ik, en het zijn meestentijds heel grote auto’s, gloednieuwe SUV’s, waarmee onfatsoenlijk hard – vooral door vrouwen – gereden wordt. De inzittenden lijken ons de eigenaren van de perfect gerestaureerde huizen langs de dijk, mooi wonen, ja, maar er moet ook geld verdiend én uitgegeven worden en dan zijn die auto’s geen overbodige luxe. Voor elk wissewasje in de SUV. Het biedt een bizarre en paradoxale aanblik van de suburbanisatie in dit kwetsbare, nog zo natuurlijke gebied. Wie geld heeft, koopt op het platteland ruimte en een huis uit vroeger tijden, maar kan zich onmogelijk nog gedragen als in de dagen van weleer toen mens en dier in deze dorpen zich uitsluitend te voet voortbewogen. Moderne tweeverdieners – en hun kroost – kunnen zonder minstens twee auto’s geen kant op.
20  M E I  

Gekken

Er is meer aan de hand dan corona. Je voelt het en je staat daarin niet alleen. Om je heen hoor je de geluiden van gekken, complotdenkers en benepen cententellers, maar je hoort óók, als je zélf luistert en de media maar even laat toeteren, de geluiden van verstandige mensen die over de intelligentie, belezenheid, kennis, fantasie en compassie beschikken om de wereld kritisch te beschouwen en zinnige ideeën over de toekomst uit te dragen. De wereld, ja, ja, de wereld, zie het maar onder ogen, bevindt zich in een crisis. Geen medische crisis, geen economische crisis, geen culturele crisis, of al deze afsplitsingen bij elkaar, nee, één grote crisis, zo fundamenteel en diep verborgen dat wij hem onmogelijk in volle omvang kunnen zien. Gekken als Trump leiden samenlevingen waar waanzinnig veel geld door een handvol lieden wordt vergaard over de ruggen van anderen, zwarten, latino’s, zieken, gehandicapten en ongeschoolden. Het klimaat dwingt ons tot ingrijpen in de natuur die ons eeuwenlang haar gaven – en ja, soms ook haar boze buien – heeft geschonken. En wat zien we? Wat weten we? Datgene wat de publieksmedia ons voorhouden die hun informatie steeds meer op de eisen van de gemelijke consument afstemmen. Maar de mens is zoveel méér dan consument, onze werkelijkheid is zoveel groter dan het televisiescherm dat in de moderne huiskamer langzamerhand een hele wand in beslag neemt. Wereldwijd neemt de armoede toe. Wereldwijd neemt het wapengeweld toe. Wereldwijd neemt de uitbuiting toe. Wereldwijd gaat de natuur naar de kloten door pesticiden, stuwdammen, ongebreidelde urbanisatie, industrialisatie, plasticsoep in de oceanen en het kappen van regenwouden. Wereldwijd worden eeuwenoude culturen weggevaagd. Wereldwijd maken multinationals klanten tot slaaf van hun producten. Wat gaat er nog meer mis? Waar is de grens? Wanneer zegt een gezaghebbende instantie: Genoeg is genoeg. Wat te doen? Verander, zou ik zeggen, alles wat je tot nu toe gewoon hebt gevonden, oriënteer je, zoek feiten waar je ze maar kunt vinden, studeer, leer en denk na. Werk eraan, thuis, op school, op het werk, in de politiek, spreek anderen erop aan om zich volledig in te zetten voor het behoud van de aarde, van de natuur, van de mens, van de steden en ons aller toekomst. Bedenk dat de lockdown die ons nu treft, eeuwenlang de normale leefwijze van een minderheid is geweest die zich om niemand buiten de eigen, kleine kring hoefde te bekommeren. Laat het einde van de huidige lockdown het einde van de moderne klassenmaatschappij zijn die in de klassieke vorm van Karl Marx door Lenin en Stalin in bloed werd gesmoord – met een Poetin die niets liever wil dan teruggaan naar die tijd. Maar laten we het nu, nu het nóg meer moet, en géén uitstel meer duldt, eens ánders doen, met liefde bijvoorbeeld. Het gaat te ver om te zeggen: dan krijgen we corona er ook wel onder, maar als we het virus eenmaal beheersen, dan zouden we kunnen proberen om weer mens onder de mensen te worden. Wereldwijd, want dát is de ware crisis. Dát woord dwingt ons tot een nieuwe manier van leven omdat het ons leert dat we voor het eerst in de geschiedenis de wereld in haar volle omvang overzien. De wereld, ja. Een bolletje in de ruimte waarvoor wij allemaal verantwoordelijk zijn. Veel aardbewoners lijken het nog steeds niet te beseffen. Tegen hen zou ik willen zeggen: volg het spoor van het corona-virus en zie hoe het wereldwijd zonder aanzien des persoons menselijk leven vernietigt, dan kom je er wel achter.
12  M E I    

Mondkapje

Ik zie het mezelf nog niet dragen, zo’n mondkapje. Dan blijf ik liever thuis. Ik zou ook weigeren op de fiets een helm te dragen als dat verplicht wordt. In dat opzicht eisen twee jaar militaire dienst hun tol. Ik fietste gisteren, het was een mooie, zonnige dag – zónder helm en zónder mondkapje – de stad uit en werd bij een stoplicht door een veel te dikke dame op een bakfiets gemaand afstand te bewaren. Distance, zei ze, en nog een keer: Keep distance. En nog eens: Please. Het klonk gesmoord alsof ze in paniek raakte. In haar fietsbak vervoerde ze drie bloedjes van kinderen die net als de vrouw alle drie een helm en een mondkapje droegen. Ik neigde ertoe ze geruststellend toe te knikken, maar werd afgeleid door de geur die uit het gezinstransport opsteeg. Alsof een omvangrijke parfumerie voor Moederdag haar deuren wagenwijd had opengezet. Het was me de laatste tijd al vaker opgevallen. Passanten in de stad, of buiten in het bos, op de hei of in de duinen, waren met zoveel chemische geurmiddelen overgoten dat ze krachtiger stonken dan een juist gegierde akker. Ruik je dit nu zoveel sterker, vroeg ik me af, omdat de luchtvervuiling door de coronamaatregelen is afgenomen? Of ging men zich al voor die tijd aan die rotzooi te buiten? Vinden mensen zich zo vies? Maar begrijpen ze dan niet dat al die kunstmatige troep aan aftershave, douchegel, deodorant en bodylotion hun lijf meer kwaad doet dan goed? Misschien, dacht ik, helpt een mondkapje hiertegen, maar nee, toch maar liever niet, al vind ik het verkleinwoord wel aandoenlijk en erg Nederlands. In Amerika zeggen ze face-mask, wat media in Nederland klakkeloos overnemen. Misschien omdat het stoer klinkt, net zo stoer als Trump die zelf weigert zo’n ding te dragen. Facemask. Soms wordt het vertaald als mondmasker, maar dat is natuurlijk onzin.
8  M E I

Vlaggen

Hoe zit het met het vlaggen? Toen ik in de buurt van de Beethovenstraat in Amsterdam kwam wonen, wapperde op 4 en 5 mei van elk huis de vlag. Dat waren er heel veel. Nu tel ik er in mijn twee straten, ik woon op een hoek, maar drie. Het vlaggen was lang een teken van saamhorigheid. De buurt had in de oorlog veel rampspoed te verduren gehad. Frank van Kolfschooten schrijft erover in De koningin van Plan Zuid. Geschiedenissen uit de Beethovenstraat. Ook de roman Tramhalte Beethovenstraat van Grete Weil gaat over deze buurt in die tijd. Nog steeds zijn haar ervaringen als joodse vrouw in de oorlog de moeite waard om er 75 jaar later kennis van te nemen. Een zijstraat van de Beethovenstraat was de Euterpestraat. Daar was de Duitse Sicherheitsdienst gevestigd. Na de oorlog werd de straat omgedoopt in Gerrit van der Veenstraat, omdat alleen al het noemen van de oude naam onverdraaglijk was. Voor heel oude bewoners nog steeds. Gerrit van der Veen was een beeldhouwer die in het verzet zat, hier werd hij gefolterd en later gefusilleerd. Hij is de vader van de politicus Gerrit Jan Wolffensperger, voormalig fractieleider van D66, die in 1944 ter wereld kwam. Bijna alle oude bewoners in mijn directe omgeving zijn weg. Hun huizen zijn gekocht door jonge vaders en moeders die de benodigde anderhalf miljoen euro kennelijk konden opbrengen. Ze hebben allemaal drie of vier kinderen, maar ze vlaggen niet. Er is nauwelijks contact, laat staan saamhorigheid. Dat maakt het moeilijk om de vraag te stellen die mij op de lippen brandt: waarom vlaggen jullie niet?
5  M E I

De klucht van de koe

Dat je in de lach schiet als je voor de zoveelste keer kennis neemt van het gekibbel waamee vaderlandse politici hun tijd verdoen, is natuurlijk nogal oneerbiedig, maar wat moet je anders? Neem nou zo’n Henk Krol. Hij en z’n ouwe lullen blijken niets liever te hebben gedaan dan elkaar naaien. Ja, sorry, hoor, maar dat zeggen ze zelf. Je struikelde in die partij over de matennaaiers. Ook de mannetjes van Denk kunnen er wat van. Merkwaardigerwijs is zelfs hún taal niet vrij van de sodomie die hun godsdienst ze uitdrukkelijk verbiedt. Broedertwist heette hun gerollebol eufemistisch. En dan die Baudet. Thierry had al een scheuring achter de rug, maar nieuw gevaar dreigde nadat het nationaal-socialistische gekef van zijn jonge honden tot de goegemeente was doorgedrongen. Hun geblaat weerhield de boeren van het CDA in Brabant er niet van om hem en zijn partij – en die jongeren – welgemutst in de armen te sluiten. De klucht van de koe. Je vraagt je af hoe deze schertsfiguren de Brabantse augiasstal met al die drugscriminaliteit, varkensstront en natuurvernietiging gaan reinigen. Vijfenzeventig jaar geleden beschouwden onze ouders en grootouders de democratie als naoorlogs politiek panacee. Aan de vooravond van Bevrijdingsdag zien we onze volksvertegenwoordigers er een potje van maken.
4  M E I 

Wie heeft de grootste?

In de Verenigde Staten gaf de regering vorig jaar 723 miljard dollar uit aan defensie. China deed het met 263 miljard dollar voor minder dan de helft, maar dat is een schatting, het is lastig om de Chinese uitgaven met die van Amerika te vergelijken. Het bedrag neemt wel toe. Koffiedikkijkers voorspellen dat China binnen tien jaar de Verenigde Staten zal hebben overvleugeld. De cijfers zijn, hoe ijzingwekkend ook, betrouwbaar, want vergaard door de speurneuzen van het Zweedse instituut Sipri, het Stockholm International Peace Research Institute, dat een heel goede naam heeft. Als we dit jaar op 4 en 5 mei weer even stilstaan bij wapengeweld in het verleden, zouden we ook eens aan de toekomst moeten denken. Willen we nóg meer wapens? Of zetten we in op de flower power die in de jaren zestig van de vorige eeuw zo veelbelovend in Amerika begon te ontluiken. Zouden de mannetjes, de Männer ohne Eigenschaften – met dank aan Robert Musil – die in Amerika en China de dienst uitmaken, wel beseffen hoe absurd die defensie-uitgaven zijn? Ik vrees dat ze daar geen oog voor hebben. Voor hen telt alleen hún ego, hún baan en de macht die ze daaraan ontlenen om vroeg of laat de ander te vernietigen. Voor hen is het altijd oorlog. Eufemistisch heet dat ‘geopolitiek’. Landjepik. Wie heeft de grootste? Wat een  puberaal gedoe. En dan te bedenken dat je die 989.000.000.000 dollar van China en Amerika samen heel goed zou kunnen gebruiken om een deel van de 7.000.000.000 mannen, vrouwen en kinderen die de aarde bevolken, een bestaan te bieden waarop iederéén recht heeft, een veilig bestaan, hét middel tegen de overbevolking.
 1  M E I