Dagstukjes – 104
oms pak ik een oud boek uit de kast en begin te lezen. Ik wéét dat het een goed boek is. Anders stond het niet in mijn kast.
Op zo’n door en door klamme Nederlandse decemberdag als gisteren had ik na vijftig jaar zin om Max Havelaar weer te lezen. Misschien kwam het doordat ik toevallig de dag ervoor op de Lauriergracht was geweest.
Ik las veel bekends, was ook veel vergeten, maar wát een overtuigend verhaal. Na ruim 150 jaar is er weinig van de oorspronkelijke humor, gedrevenheid en stijl verloren gegaan.
Het viel me op hoezeer Multatuli van meet af aan benadrukt dat zijn alter ego Max Havelaar alles wat hij in ‘ons Indië’ heeft beleefd, aan den lijve heeft ervaren.
Om die ervaring gaat het.
De schrijver dist zijn lezers geen verzinsels op, hij wil ze niet vermaken – met een meeslepend verhaal wat zijn roman tot op zekere hoogte nog steeds is – hij schept geen romantische illusie, geen papieren werkelijkheid, nee, de ‘roman’ Max Havelaar is het weerbarstige, soms hoogst aangrijpende leven zélf. Is écht, de wáárheid.
Was ik daar in de loop van de jaren gevoeliger voor geworden?
Had ik het boek maar in 1860 kunnen lezen. Dan had ik nu geweten of ik toen óók het gelijk van de verguisde schrijver in zijn strijd tegen het koloniale onrecht zo volmondig had beaamd…
En overigens ben ik van mening dat degenen die zich ook nu nog druk maken om het beleid van Nederland in zijn wingewesten, veel baat zouden hebben bij een kennismaking met Max Havelaar, Droogstoppel, Tine, Frits, Stern, Saïdjah, Adinda en alle andere personages die in de loop van de tijd zulke karakteristieke figuren in de Nederlandse cultuur zijn geworden.
Vooral die Droogstoppel.
Multatuli’s humoristische, ironische afrekening met deze burgerman, deze oer-VVD’er, deze makelaar in koffie – die zonder zijn schoonvader zijn nering niet zou hebben – heeft het tegenovergestelde bewerkstelligd van wat de schrijver beoogde. Hij verdween niet. Je komt hem nog dagelijks in vele gedaanten tegen…. Zelfs als vrouw.
LEES VERDER
WKtS
14 DECEMBER 2016