Heilige honden

 

Dagstukjes – 135

 

Ik wou dat ik twee hondjes was
Dan kon ik samen spelen.

VICTOR HUGO: SPLEEN

 

onden zijn in mijn buurt vooral dure honden. Rashonden. Honden met een stamboom.

Mooi.

Maar zelfs rashonden – excusez le mot – schijten.

Waar?

Bij mij op de stoep.

Wie ruimt het op?

Niet de hond. Niet zijn baasje of bazinnetje. Noch de kinderen van het baasje of bazinnetje.

Bleef de hondse stront tot een enkele drol beperkt, dan viel er nog wel mee te leven. Er is meer smerigheid in Amsterdam die je het hoofd moet bieden. Maar er zijn tegenwoordig zóveel honden dat hun uitwerpselen overal trottoir en groen bevuilen.

Het zijn troetelwezens, deze honden. Ze mogen álles. Je ziet ze zelden aan de lijn. Teruggefloten worden ze ook niet. Luisteren is niet hun fort.

En de eigenaren? Het lijkt er veel op dat ze hun dieren heilig hebben verklaard, als de koeien in India. Het zijn – aan hun uitdossing te zien – meestal hippe, eigentijdse mannen en vrouwen, die dan ook, veronderstel ik, geen christelijke gelovigen, maar heidense godloochenaars zijn. Je vraagt je af waar bij zulke mensen die  haast religieuze adoratie vandaan komt. Misschien doen ze het voor de kids of voor hun status of tegen de eenzaamheid.

Goed, maar poep is poep. Die laat zich niet zo maar met de heiligheid van die dieren in verband brengen.

Pis evenmin.

Steeds meer bloemen in mijn geveltuin laten hun kopjes hangen. Het is één grote smeerboel, lastig te rijmen met de chic van de hondenbezitters. Bij hen thuis is alles vast en zeker een en al glanzend design. Uitheems personeel genoeg. Maar buiten – in de openbare ruimte die vroeger voor iedereen was – mag ongebreideld gescheten en gezéken worden.

Wie een opmerking maakt, voelt de afweer. Zelfs agressie kan je deel zijn.

De gemeente plaatst hier en daar een bord. ‘Om te kunnen handhaven.’ Maar zo’n bord ruimt de stront niet op. De gemeente ook niet. Wie dan wel? Ik zou het niet weten.

Mij blijft niets anders over dan óók de hond maar zalig te verklaren. Er óók een aan te schaffen. Wat me ervan weerhoudt is het offer dat elke eredienst, ook déze, van je eist: dat je driemaal daags zo’n grote, vieze, lauwe drol in je hand moet nemen.

14 AUGUSTUS 2017
WKtS
LEES VERDER