Horror voor kinderen

BOEMAN TIJDENS HALLOWEEN IN NEDERLAND

 

Dagstukjes – 244

 

horror rosser racer ruis
horror jij komt niet meer thuis
LUCEBERT

 

 

 

Er zijn stukjesschrijvers die ik op zeker moment ga overslaan. Ze hebben me niets meer te zeggen. Het worden er steeds meer. Het zal de leeftijd wel zijn. Maar gelukkig zijn er ook nieuwe ridders van het woord die ik op het schild kan heffen, mijn schild. Marcel van Roosmalen bijvoorbeeld, of Sander Donkers, of Tommy Wieringa, of Christiaan Weijts die deze week zijn licht over Halloween liet schijnen, het feest dat hier te lande het christelijke Allerzielen aan het verdringen is.

Er is veel over te zeggen, over dit morbide gekluns, maar wat Christiaan Weijts zijn lezers voorschotelt, had ik nog niet eerder zo belicht gezien.

Dat Halloween een creatie is van de leeghoofdige middenklasse in de Amerikaanse suburbs, wist ik, maar waar en waarom dit gedoe uitgerekend in Nederland zo snel ingeburgerd is geraakt, begreep ik niet.

Welnu, dat ligt aan de nieuwe vinex-wijken die nu een jaar of tien door jonge mensen in de kracht van hun leven worden bevolkt en waar tussen zomervakantie en Sinterklaas niets, maar dan ook helemaal niets te beleven valt.

‘Halloween,’ schrijft Weijts, ‘gedijt bij een zekere identiteitsloosheid en een gebrek aan historische wortels. Halloween vult een vacuüm.’

Hij zag dit nergens zo griezelig bevestigd als in Zoetermeer.

‘Misschien is de grootste horror,’ schrijft hij, ‘dat Nederland niet aan het Amerikaniseren is, maar aan het Zoetermeren.’

Met een engerd als Donald Trump elke dag in primetime op de Nederlandse tv – of in een van onze vele talkshows – gaan ouders in zo’n vinex-wijk zich natuurlijk roomser voelen dan de paus.

Heidenen zijn het die zich Amerikaanser gedragen dan de Amerikanen in het hun onbekende, verre Amerika dat ze alleen van goedkope Amerikaanse tv-series kennen of van een te gek toeristisch reisje.

 

 

 

LEES VERDER
WKtS
2 NOVEMBER 2019