Campert

 

Dagstukjes – 312

 

Maar eerder zullen we het niet
hebben (poëzie) , alvorens
de dichters onder ons
ons kunnen bieden tuinen van
hun verbeelding met waarlijke
padden erin. Zei Marianne Moore.
REMCO CAMPERT: MARIANNE MOORE

 

 

 

 

Het was altijd goed toeven in de nabijheid van Remco Campert. Als hij in een gezelschap niet op zijn gemak was, kon hij je het gevoel geven dat hij het alleen met jou zou redden, al sprak hij geen woord en rookte hij aan één stuk door.

Remco was heel verlegen. Pas als hij zich helemaal veilig voelde, praatte hij voluit – en geestig – over alles wat in onze zogeheten actualiteit voorbij passeerde. Hij was op die manier letterlijk een man van de wereld, iemand die meedeed.

Van de literatuur nam hij vooral de dichtkunst au serieux, zeker, daar viel niet mee te spotten, maar óók ontwikkelingen in de samenleving volgde hij op de voet. De politiek had volgens hem maar één doel, een rechtvaardiger, dat wil zeggen een sociaal-democratische samenleving.

ISBN

Toen ik hem in de jaren tachtig van de vorige eeuw bij de Volkskrant leerde kennen, was hij al eeuwen wereldberoemd in Nederland. Niettemin mocht ik, beschroomd als ik was, ervaren hoe deze man mij als een oude vriend bejegende. Kort nadat ik in de jaren negentig met mijn wekelijkse boekenrubriek ISBN was opgehouden, was hij de eerste die mij tijdens een bijeenkomst op de redactie van De Bezige Bij vroeg of het mijn eigen keus was geweest. Of was de rubriek mij afgenomen? Ze hadden me toch niet onrechtvaardig behandeld?

Ik leerde hem meer van nabij kennen op het onovertroffen Poetry International in Rotterdam, toen nog een internationaal dichtersfeest onder leiding van Martin Mooij. In die dichterlijke setting zag ik duidelijker hoe in de populaire schrijver die Remco was, vooral een dichter schuilging, die zich verwonderde over het bestaan, ook het zijne, en daar in een eigen taal gestalte aan wist te geven.

In die tijd las ik al zijn gedichten en bewonderde de muzikaliteit, de humor en de oorspronkelijkheid ervan.

Sigarenboer

De dichtkunst was hem heilig. Ze hield hem jong. Tot op hoge leeftijd had hij de vitaliteit van de charmeur die hij in het openbaar ook kon zijn, waardoor hij telkens weer op veel jongere vrouwen, zoals Jessica Durlacher, toen medewerkster van de Volkskrant, indruk wist te maken.

In mijn buurt, we woonden op een steenworp afstand van elkaar, zag ik hem de laatste jaren ouder worden. Dan maakte hij zijn dagelijkse uitstapje naar de sigarenboer en zag ik voor het eerst een bejaarde man met een stok die aan het afdrijven was van het dagelijkse leven dat hem altijd zo had geboeid. Hij heeft het nog lang vol gehouden. De poëzie – en het dagelijks scrabbelen met zijn vrouw Deborah Wolf –  zullen daar debet aan zijn geweest.

Wat mij in Remco Campert aantrok, was een zeldzame mengeling van betrokkenheid bij gebeurtenissen die mij als journalist bezig hielden en zijn aanstekelijke defence of poetry.

 

 

 

L E E S  V E R D E R
W K t S
5  J U L I  2 0 2 2
T E R U G  N A A R   D E  V O O R P A G I N A

V O O R   F I S C H E S  N A C H T G E S A N G   Z I E  H I E R