Babbelen over literatuur

 

Dagstukjes – 303

Jullie die je de overgang
uit de andere wereld niet herinneren 
ik zeg jullie ik kon weer spreken: wat er ook 
terugkeert uit vergetelheid keert terug 
om stem te vinden:

LOUISE GlüCK: DE WILDE IRIS

 

 

De Nobelprijs voor literatuur kreeg weer vele pagina’s in de kranten. Gelegenheidsstukken, geschreven door medewerkers die thema’s als ‘Afrika’, ‘racisme’, ‘slavernij’ en ‘kolonisatie’ als een onverbrekelijk eenheid uit de kast hadden gegoogled.

Begrijp me niet verkeerd. Ik gun de intellectueel Abdulrazak Gurnah de prijs van harte – evenals alle belangstelling – maar ik heb nog nooit een roman van hem gelezen en ga dat – net als heel veel anderen- hoogstwaarschijnlijk ook niet doen.

Wat betekent dan zo’n prijs?

Het is een instituut geworden dat lezers nog maar weinig zegt. Geen van hen weet dat de prijs wordt toegekend door een gezelschap naamloze academici die ettelijke duizenden (!) boeken per jaar in alle wereldtalen beoordelen of laten beoordelen – door wie? – om dat ene boek te vinden dat met kop en schouders boven de rest uitsteekt.

Wie gelooft dat zoiets kan? Wie won vorig jaar de prijs ook alweer? Juist!

Publicitair middel

Prijzen, en zeker prijzen als de Nobelprijs, zijn volkomen uit de tijd. Ze stammen uit een burgerlijke periode in de geschiedenis toen er nog tegen autoriteiten werd opgezien omdat ze macht hadden en geld, niet omdat ze de wijsheid in pacht hadden. Van die reputatie is niet veel meer van over. Prijzen zijn tegenwoordig een beproefd publicitair middel om jezelf een veer in de reet te steken.

Dat is  iets van deze tijd. Het gaat om jou en het is nooit genoeg. Er komen dan ook elke dag nieuwe prijzen bij. Zo véél, dat de paar prijzen die een vermelding in de media krijgen, vanzelfsprekend wel heel, heel erg bijzonder moeten zijn. Daarom zijn zulke prijzen altijd ‘prestigieus’ hoewel we nooit te horen krijgen wie of wat ze dan zo prestigieus maakt.

Inmiddels zijn het trouwens awards geworden, zoals de Sonja Barend Award, want als Nederlandse prijs tel je sowieso niet meer mee.

Gustaaf Peek

Ik zou zeggen, zo lang ze bestaan, een tienregelig berichtje in de krant, maar hele pagina’s? Of avonden lang op de televisie? Ik benut die tijd liever om een roman als A.D. van Gustaaf Peek te lezen. Ik ben op een schip – onder zeer vreemde, zeg maar gerust: huiveringwekkende omstandigheden, maar wat er speelt, ik weet het halverwege het boek nog steeds niet.

Niettemin lees ik door en tast rond in bloed, geil, stront en etter, hoewel de een of andere idioot mij in zijn krant ‘verklapt’ dat de roman over een VOC-schip gaat in de tijd van de slavenhandel. In het boek zélf ben ik dat gegeven nog niet tegengekomen en iemand die een boek schrijft als dit, doet dat niet voor niets.

Wat moet je ermee?

Babbelen over literatuur in de kranten heeft almaar minder met literatuur te maken… Literair werk is er alleen nog maar voor uitgevers, media en vooral de hoogopgeleide hulpjes van kletsprogramma’s op radio en tv die het moeten doorvlooien op actuele thema’s.

 

L E E S  V E R D E R
T E R U G  N A A R. D E. V O O R P A G I N A
W K t S

L O G B O E K  1 0  O K T O B E R  2 0 2 1

H E T  C I T A A T  I S  U I T  H E T  G E D I C H T
D E  W I L D E  I R I S
V A N  L O U I S E  G L ü C K
D I E  I N  2020 D E  N O B E L P R I J S  W O N
V E R T A L I N G  E R I K  M E N K V E L D