Geen zin

 

 Dagstukjes – 132

 

 

Wie tevreden is over z’n arbeid, heeft reden
van ontevredenheid over z’n tevredenheid.

MULTATULI: IDEEN

 

en eerste zin is belangrijk. Van een boek, van een opstel, van een krantenstuk.

Zo’n zin, kreeg ik als leerling-journalist bijna zestig jaar geleden van Henk Huurdeman,  de latere adjunct-hoofdredacteur van de Volkskrant, te horen moest pakkend, mooi en liefst ook literair zijn en met literair bedoelde hij zoals Multatuli, Couperus, Vestdijk, Bordewijk en Van Schendel het deden.

Nooit meer  vergeten, maar eenmaal volwassen slaagde ik erin Henks stelling op mijn manier toe te passen en poëticaal gezien naar het hogere niveau van de vorm te tillen.

En naar de journalistiek.

Hoe je iets zegt is minstens zo belangrijk als wát je zegt.

Die eerste zin hoefde dan ook niet pakkend, mooi of literair te zijn, vond ik, die eerste zin moest de tóón zetten. Al in die eerste zin moest de lezer een schrijver ontmoeten die hem tot en met de laatste zin zou boeien én overtuigen – wat misschien hetzelfde is.

Sindsdien heb ik aan een eerste zin voldoende om een krantenstuk over te slaan. Uit ervaring weet ik dat zulke stukken je niets opleveren. Meestal zijn het in elkaar geflanste gelegenheidsartikelen, zoals je die ook op opiniepagina’s tegenkomt. Ze missen wat je een auctor intellectualis zou kunnen noemen, een schrijver wiens stem je in zijn dwingende en tegelijkertijd haast losse betoogtrant hóórt.

Die klánk geeft de woorden betekenis.

Ik moest hieraan denken toen ik in de Volkskrant een artikel van Arie Elshout las over Trump en Poetin dat begon met de zin: ‘Amerikaans-Russische toppen trekken altijd weer de aandacht.’

‘Amerikaans-Russische toppen trekken altijd weer de aandacht.’

Ik schoot nog nét niet in de lach, al scheelde het niet veel. Ik las zelfs verder – vanwege het onderwerp – maar moest ten slotte teleurgesteld vaststellen dat ook ditmaal mijn theorie niet gefalsifieerd was.

 

LEES VERDER
10 JULI 2016
WKtS