Vooruitgang

 

Dagstukjes – 211

 

 

Ik voel mij door het licht verplicht te leven, maar eer ik me
aan die plicht om ’t licht wil geven, moet ik weten,
of het nog anders is dan in brand gevlogen duisternis.
PIERRE KEMP: CRITISCH [1]

 

n de speelgoedwinkel raken we in gesprek met de eigenaresse.

Mooi speelgoed hebt u, zeggen we, niet van die doorsnee dingen die je bij de bekende ketens vindt. Ik wijs op een ingenieus bouwdoosje en moet denken aan de kleurige blokkenkistjes die we vijftig jaar geleden voor onze kinderen kochten. Dit is anders, helemaal van deze tijd. Het lijkt me bedacht door een jonge industrieel ontwerper uit Delft. Ook kinderdromen houden de vooruitgang niet tegen.

Er ontspint zich, zoals dat gaat onder ouderen, een gesprek over toen en nu. Toen was zeker niet alles beter, bevestigen wij elkaar, maar wel ánders.

De voorbeelden gaan over en weer.

Dan zegt de vrouw dat haar dochter laatst bij haar kwam met een gloeilamp.

‘Is er iets?’ had de moeder gevraagd.

‘Hij is leeg,’ zei de dochter.

‘Leeg?’ vroeg de moeder.

‘Ja, leeg,’ herhaalde de dochter.

‘Maar,’ vervolgde de moeder haar verhaal, ‘ik zei:  hoe kan die lamp nou leeg zijn?’ 

‘Hij is leeg,’ hield de dochter vol.

‘Dat kan niet,’ zei de moeder, ‘een gloeilamp kan niet leeg zijn, een petroleumlamp, ja, die kan leeg zijn, maar dit is geen petroleumlamp.’

‘Een petroleumlamp?’ had de dochter gevraagd

De vrouw zweeg. Ze had geprobeerd het haar dochter uit te leggen.

Vergeefs.

We hadden met moeder te doen. Weliswaar vertelde ze de anekdote zonder gêne, maar toch, dachten wij, het zal je kind maar wezen…

Nee, zei de vrouw, alsof ze onze gedachten raadde, u moet niet denken dat het een dom meisje is of zo. Ze is 21, deed heel makkelijk het vwo, studeert nu medicijnen aan de VU en is al bijna arts.

Bijna arts, zeiden wij verbluft, nou ja… en we probeerden de vrouw een hart onder de riem te steken: ‘Dan ziet ze over een poosje vast ook het licht wel…’

 

 

 

LEES VERDER
WKtS
3 MAART 2018

[1] Het gedicht Critisch van Pierre Kemp vind je op bladzijde 92 van
het Verzameld Werk, DEEL 1, G.A. van Oorschot, uitgever, 1976.
Het werd in 1946 gepubliceerd in de bundel Standard-Book Of Classic Blacks,
een wat geheimzinnige titel die Kemp zelf verklaart in een gesprek met
Ulli Jessurun d’Oliveira, dat gepubliceerd werd in diens interviewbundel
Scheppen, riep hij, gaat van Au. De Maastrichtenaar Kemp, die altijd
zwarte pakken droeg, zag het Standard Book of Classic Blacks
bij zijn kleermaker toen hij zich een nieuw kostuum liet aanmeten.
Het was een stalenboek voor zwarte stoffen afkomstig uit Engeland.