Volle Musea Lege Kerken

                                                                            

…en de propagandalessen van Joseph Goebbels

 

eligie is net kunst. Niemand weet wat het is, maar iedereen heeft er een mening over. Museumdirecteuren, conservatoren, kunsthistorici, critici, kunstambtenaren, mediaknechten, bisschoppen, kardinalen, imams, opperrabbijnen en ayatollah’s verdienen er een goed belegde boterham aan, maar zelf zijn ze geen kunstenaar of pastor. Ze maken geen kunst en troosten ook niemand. Zonder kunst of religie zouden ze er niet zijn. Toch heeft het er veel van weg dat deze lieden aanzienlijk belangrijker zijn dan de kunstenaars of pastores die het werk doen. Dat vinden ze zelf óók en zo geven de media het aan ons door.

Het zou mooi zijn als kardinalen en bisschoppen inderdaad pastores waren – herders, zoals paus Franciscus – en museumdirecteuren beter konden schilderen dan… eh… Paul Dikker, maar dat is niet zo.

Wat ze wél kunnen, weten we niet. Ze doen gewichtig, ze regelen, ze managen, ze geven leiding, maar waaraan?

Aan iets wat niemand begrijpt, zij nog het minst omdat zij kunst of godsdienst heel anders ervaren dan kunstenaars of zielzorgers. Voor hen is kunst of godsdienst een baan, aanzien, status, macht – hun geschonken door de oppergoden Kunst, Jahweh en Allah – goden, die hun dienstknechten voor hen op maat hebben gesneden.

Ze gaan over veel, deze hotemetoten, over je leven thuis, over je handelen, over je innerlijk, over je gevoel. Ze vaardigen decreten uit, schrijven regels voor, verbieden en tellen hun centen. Geen kunstenaar of gelovige is er blij mee, maar het gebeurt en wij maar musea en kerken bezoeken – tot we een ons wegen.

Ware gelovigen

In de kerk kom je bijna niemand meer tegen. Vermoedelijk hebben de ware gelovigen al lang begrepen dat religie eeuwig een geheim zal zijn, intrigerend, inspirerend, maar niet te ontraadselen. Dan kun je net zo goed thuisblijven.

Het museum daarentegen mag zich in een steeds grotere belangstelling verheugen. Het begint trekken van een Danteske hel te krijgen. Het puilt eruit van de eigentijds gedesignde zondaars die gestraft met een luid krassend gehoorapparaat op hun kop dwars door je heen lopen, terwijl ze intussen zichzelf, hun jaarclub, hun krijsend gebroed en eventueel zo’n onbegrijpelijk dingetje van Marlène Dumas voor de eeuwigheid vastleggen.

Gek word je er van.

Elke associatie met kunst – het intense kijken, de overgave, het vaag opdoemende geluk om zoveel inventiviteit en schoonheid – oh, mocht dit eeuwig duren – vervliegt al voordat je nog maar de kans hebt gehad je intense verwachting in iets van jou te zien veranderen en als een onvergetelijke droom in je gemoed op te slaan.

Dominee

Op één punt onderscheiden musea zich in deze tijd nadrukkelijk van kerken. De eerste lopen vol, de laatste leeg.

Marketing, jongens, reclame, events, bedenk iets. Dominee Anne van der Meiden heeft het lang geleden in zijn proefschrift Mensen winnen al uitgelegd.

Ik denk zoveel jaar later, beste Anne, dat het geloof juist zónder die marketing, reclame, events, iPhones, teringherrie, onbeschoft gedrag en de propagandalessen van Joseph Goebbels een toekomst heeft. Consumenten hongeren naar momenten van rust en stilte buiten tijd en ruimte, al weten ze dat zelf nog niet, opgefokt als ze zijn door de hedendaagse propagandamiddelen.

Musea zullen, net als vergelijkbare supermarkten, niet vanzelfsprekend steeds meer volk trekken. Op zeker moment valt hun waar bij de klanten niet meer in de smaak. Dan eisen hun consumenten iets nieuws, maar er is niets nieuws. Wat kunst te bieden heeft, is net als wat de religie te bieden heeft, helaas, helaas, altijd weer hetzelfde. Maar geen manager die dat zijn bek uit zal krijgen.

Spiritualiteit – hoe meer je er de markt mee opgaat, hoe eerder je het kapot maakt.

 

WKtS
27 JANUARI 2015