Iedereen Zijn Eigen Wapen

Over wapens en wapenhandel – 2 (en slot)

et verhaal van Feinstein is nog lang niet af,’ schreef ik in de vorige aflevering van deze serie.

Feinstein, Andrew Feinstein, is de Zuid-Afrikaanse journalist die in zijn boek The Shadow World meer licht werpt op de internationale handel in wapens.

Een verontrustend document.

Wie meer wil weten en verder op onderzoek uitgaat, vindt alleen al op het internet tientallen, zo geen honderden bronnen die je kennis eenvoudig aanvullen. Vooral de schaamteloze reclamefilmpjes van de wapenindustrie zijn in velerlei opzicht informatief.

Kennis is dan ook het punt niet.

Belangrijker is de vraag waarom beschaafde landen – degenen in die landen die voor het reilen en zeilen van deze sector verantwoordelijk zijn – maar doorgaan met het fabriceren en verspreiden van zulke grote hoeveelheden wapentuig. Elke betrokkene zal moeiteloos een aantal beweegredenen uit zijn mouw schudden. Het geld dat ermee  verdiend wordt. De werkgelegenheid. De technologie die erdoor gestimuleerd wordt. En, uiteraard, de veiligheid, want laten we wel wezen: er zijn altijd landen, groepen en individuen die het uitgerekend op óns gemunt hebben en daartegen moeten we ons bewapenen.  

KERNOORLOG

Maar bewapening en wapens hebben nog nooit geweld voorkomen, al wil men ons doen geloven dat juist de wapenwedloop tussen Amerika en Rusland tot een verbod op het gebruik van kernwapens heeft geleid.

Misschien is het waar, maar dan blijft onvermeld dat in dezelfde tijd overal ter wereld – in Korea, in Vietnam, in het Midden-Oosten, in Afrika en op de Balkan – duizenden levende wezens werden afgeslacht met zogenoemde ‘conventionele wapens’.


Er heeft tot nu toe geen nucleaire oorlog plaatsgevonden.


Dat is waar.


Maar men blijft eraan werken. Het zou toch zonde zijn, denkt men tegenwoordig zelfs in Israël en misschien in Iran, zo’n krachtig wapen niet te gebruiken….

Het is een feit dat de productie en verkoop van wapens internationaal wordt gecontroleerd. Feinstein draagt daar de bewijzen voor aan. In de gevallen waarin wetten werden geschonden, vond vervolging plaats en was er (soms) een veroordeling.

Veel daarvan is onbekend, maar we weten voldoende, denken we, om ons niet al te druk te hoeven maken over de gigantische wapenvoorraad in de wereld. Onze overheid regelt de fabricage en verkoop van wapens en het openbaar ministerie trekt tegen misbruik ten strijde.

Was het maar zo simpel. In de praktijk constateren we dat zich in deze sector van de economie heel veel aan de controle van de overheid onttrekt en elke potentiële misdadiger op eenvoudige wijze aan zelfs de zwaarste wapens kan komen. Je kunt er nog net niet voor naar marktplaats.nl, maar veel scheelt het niet. Politici hoor je er nauwelijks over. Die wauwelen over ‘veiligheid’, maar ze omschrijven dat begrip nooit overtuigend en brengen het niet in samenhang met onze technologisch afgedwongen ruimtelijke ordening – met haar suburbanisatie en het vrijstaande droomhuis van de burgerman – die mét het isolement  van de bewoners gevoelens van onveiligheid vergroot en langzaam maar zeker ook in Nederland een wapen thuis salonfähig maakt.

Ook in dit opzicht is Amerika ons voorland. Daar worden particuliere wapens niet besmuikt verborgen gehouden, maar openlijk en zelfs provocerend getoond. Er zijn films waarin je ogenschijnlijk volstrekt normale burgers met een pistool op hun heup van de parkeerplaats voor hun SUV naar de ingang van supermarkt ziet lopen. Je kunt erop wachten dat een bepaald soort automobilisten dit ook in Nederland wil. Het ‘knieschot’ van de PVV heeft in Almere al geklonken.

KARATETRAP

Ook om die reden is het goed dat bijvoorbeeld Nederlandse parlementariërs, wethouders en gemeenteraden het boek van Feinstein lezen. Een ouderwetse schooljuf – die nog kan lezen – zou ze na een week moeten overhoren. Misschien dat mét die kennis hun wens om ‘onze’ veiligheid te ‘optimaliseren’ geloofwaardiger overkomt. Verdiep je in de materie, zou ik zeggen. Verbied de productie en verspreiding van wapens. In je dorp, maar ook internationaal. Dan is het nog moeilijk genoeg, want we weten dat tegenwoordig een gewoon lijntoestel, een SUV of een karatetrap op het voetbalveld levens kan kosten.


HET GEWEER XM25 VUURT PROGRAMMEERBARE (!) KOGELS AF.

Maatregelen zijn dan ook niet voldoende. Het gaat, om met Hans van Mierlo te spreken, om een verandering van mentaliteit. Wat is ‘mentaliteit’? In mijn ogen een wijze van denken en voelen die tot bepaald gedrag leidt. Welke mentaliteit ligt er aan die krankzinnige wapenbehoefte ten grondslag? Ik denk dat daar, althans in Nederland, nauwelijks over wordt nagedacht. De intellectuelen in mijn omgeving beginnen te lachen als ik erover begin. Ze zijn niet meer in militaire dienst geweest. Ze hebben geen idee wat een wapen is. Ze kennen de vernietiging niet uit eigen ervaring.

In hun dagelijkse praktijk pleiten sommigen van hen tegen de aanwezigheid en het gebruik van wapens. Maar het blijven woorden. Er verandert niets zolang er in hun mentaliteit niets verandert, ik bedoel in de mentaliteit van degenen die een zodanige positie in de maatschappij innemen dat ze invloed zouden kunnen en moeten uitoefenen.

In Nederland heeft het er tegenwoordig veel van weg dat je je zo’n positie pas verwerft als je er blijk van hebt gegeven op geen enkele manier over welke verantwoordelijkheidsgevoel dan ook te beschikken en dus niemand tot welke mentaliteitsverandering dan ook zal dwingen.  

In Nederland moet je mee lachen met de wolven in het bos en anders doe je maar helemaal niet meer mee.

AFKEER VAN GEWELD

Dan is het goed om eens een mogelijk verband te schilderen tussen de aanvaarding van moordwapens en de heersende manier van denken in onze westerse, beschaafde maatschappijen. 

Een dominante trek daarin is de afkeer van geweld.


Heel simpel: wij werden, zestig jaar geleden nog geslagen thuis en op school – wie zijn kinderen liefheeft, kastijdt ze en flink ook – maar normale ouders zouden nu liever zelf een pak rammel krijgen dan hun bloedjes van kinderen ook maar een haar te krenken. Terecht.

Maar zijn ze geweldloos?

Wie de kranten leest, naar de televisie kijkt, de radio beluistert en af en toe eens een wandelingetje door de buurt maakt – ja, dat kan, je hoeft niet voor elk wissewasje in je SUV te stappen – kent de vele, vele voorbeelden van het tegendeel. Zelf heb ik de indruk: steeds meer. Niet geweldloos, maar agressief, zeer agressief. Een vorm van agressiviteit die zijn bezitter uitzondert, buiten de wet plaats en hem rechten verleent die geen ouder, opvoeder, politieman of rechter kan redresseren. Alleen het eigen, narcistische gelijk telt. Het is grenzeloos. Je ziet aan de mannen en vrouwen die zich in het stadsverkeer of op de snelweg met hun tanks aan geen enkele snelheidsbeperking houden. Je ziet het aan kinderen in de supermarkt aan wie een bellende moeder de opgeëiste lekkernijen ontzegt. Je ziet het in de Tweede Kamer, bij een taxistandplaats – en veel, heel veel zie je niet omdat de politie aangifte van bepaalde vormen van geweld en agressiviteit niet registreert.

Wie zijn ogen niet in zijn zak heeft, en dat heeft de gemiddelde burger in Nederland doorgaans niet – soms vrees je dat we kampioen aangever en verklikker zijn – ziet zoveel dat de groei van een partij als de PVV zich steeds beter laat verklaren. Nog even en ook in Nederland wordt het normaal om bijvoorbeeld bij Pauw en Witteman over een pistool (of erger) in huis te discussiëren.

Schietverenigingen zijn er al.

Gestoorden ook.

 

 

 

WKtS
3 MAART 2012

TERUG NAAR DE VOORPAGINA