De Verlichting in Drenthe

 

DE LANDBOUWSCHOOL IN WATEREN IN 1823.

 

Verbeter Je Taal Nog Meer – 73

 

wordt het tijd
op de wil der rijken te wetten
de dolken der armen
LUCEBERT: TRAJEKT

 

 

 

Al jaren werk ik ontspannen aan de geschiedenis van mijn familie. Dat eist veel onderzoek, ook al omdat er nauwelijks gegevens zijn overgeleverd. Lastig, want ik schrijf liever dan in archieven te moeten grasduinen. Maar het moet. Het gaat me om de feiten. Alleen zó kan ik mijn voorouders een plaats in de geschiedenis geven die ze misschien meer verdienen dan de oplichters en bedriegers die in schoolboeken zijn vereeuwigd.

Mijn voorouders van vaderskant die mij hun naam hebben gegeven, waren boeren in de Groninger ommelanden, dacht ik, totdat ik een spoor vond dat naar Veenhuizen leidde, de kolonie in Drenthe die deel uitmaakte van het plan van Johannes van den Bosch om de woeste gronden in het noorden des lands te laten ontginnen door de vele armoedzaaiers die Nederland na het vertrek van de Fransen telde.

Van den Bosch was de man van het Cultuurstelsel in Nederlandsch-Indië dat ‘inlanders’ dwong voor de Europese markt te werken, zodat Nederland er grof aan kon verdienen. Multatuli heeft de uitwassen ervan in zijn Max Havelaar bloemrijk beschreven.

In Veenhuizen bleek zich een voorvader van mij op te houden die er als adjunct-directeur was aangesteld. Het was de eerste keer dat ik op zoek naar mijn familie de brede heirweg van De Grote Geschiedenis kruiste.

Naamlozen

Vanaf dat moment begon ik er schik in te krijgen. Ik had het niet verwacht. Ik had me er al bij neergelegd dat ik alleen maar naamlozen zou ontmoeten, en nu deze held, wiens naam in de annalen was geboekstaafd!

Daarna hield het niet meer op. Ik viel van de ene verbazing in de andere. Te veel om op te noemen, nou ja, eentje dan. Een zoon van een onderdirecteur in een ándere kolonie, Ommerschans, mocht in 1823 naar de nieuwe landbouwschool in Wateren. Het was de allermodernste van Europa. De revolutionaire ideeën van de Verlichting, van onder anderen Jean-Jacques Rousseau, Johann Heinrich Pestalozzi en Friedrich Fröbel, werden daar in die uithoek van Drenthe op pedagogisch verantwoorde wijze in praktijk gebracht.

Mijn verhaal is nog lang niet af, maar zolang er voor mij zoveel te ontdekken valt, ga ik door. Geschiedenis, zo leert mijn onderzoek, moet je doen.

 

 

 

TERUG NAAR VOORPAGINA

LEES VERDER
WKtS
14 JULI 2020
DE VOLKSKNAR NR 343

 

 

 

ZIE OOK:
Op de treeplank van de tijd