Verbeter Je Taal – 4

Deftige taal

 

Er is niets poëtischer dan de waarheid.
MULTATULI

ij deed het weer, Felix Rottenberg. ‘Haar’ schrijven als het ‘zijn’ moet wezen. Felix Rottenberg is columnist van Het Parool. In de krant van zaterdag 27 oktober 2012, schrijft hij, ik citeer:

‘Het beroemde boek Arbeidsverhoudingen in Nederland (1970) van de Amerikaanse socioloog John Windmuller beschrijft hoe tijdens de wederopbouw het systeem van sociaaleconomische coördinatie tussen overheid en belangengroepen haar weg vond.’

Punt.

Een boek dat beschrijft – nou ja… heel fraai is het niet, maar je wilt niet op alle slakken zout leggen, het gaat mij nu alleen even om dat systeem dat haar weg vond.

Het is het systeem en een zelfstandig naamwoord dat vergezeld gaat van het lidwoord het is onzijdig. Bij een onzijdig zelfstandig naamwoord hoort niet het bezittelijk voornaamwoord ‘haar’ maar het bezittelijk voornaamwoord ‘zijn’. Het is dan ook: het systeem en zijn weg.

Hier is sprake van een uiterst eenvoudige taalregel die je vroeger op de lagere school met de paplepel ingegoten kreeg en waaraan ook vandaag de dag nog iedereen zich te houden heeft, ook columnisten als Felix Rottenberg (tenzij hij het beter weet, natuurlijk…).

Ik heb Rottenberg er via zijn redactie al eerder op gewezen dat hij mogelijkerwijs aan een kwaal lijdt die oudere taalkundigen de naam ‘haarziekte’ gaven, de afwijking om ‘haar’ te schrijven waar ‘zijn’ bedoeld is. Het heeft  niet gebaat. Misschien kon het de dienstdoende employé van Het Parool geen barst schelen. Bureauredacteuren hebben wel andere dingen aan hun hoofd dan taal.

JEUK VERWEKKEND

De haarziekte komt veel voor, maar nauwelijks onder gewone mensen. De  jeuk verwekkende kwaal treft voornamelijk degenen die zichzelf zo belangrijk vinden dat ze – net als notarissen en soortgelijke gehaktballen – een rare deftige taal gaan bezigen zodra ze hun wijsheden op schrift moeten stellen. Ze schrijven dan ‘echter’ of  ‘doch’ (als je ook ‘maar’ kunt schrijven) of ‘daar’ (als je ook ‘omdat’ kunt schrijven)  of – zoals we zagen – ‘haar’ (als je ‘zijn’ moet schrijven).

Met dit archaïsche taalgebruik bereiken deze auteurs het tegenovergestelde van wat ze beogen. Ze worden niet gezien als boven het plebs verheven aanzienlijken, maar veeleer als behoeftigen die niet heel erg geletterd zijn.

Dat is op zichzelf niet erg.

Een mens hoeft niet heel erg geletterd te zijn, tenminste niet altijd.

Maar wanneer een vooraanstaand denker als Felix Rottenberg, een columnist van Het Parool nota bene en een politiek adviseur die afgaande op onze tv-babbelshows weleens de meest invloedrijke onder zijn geestverwanten zou kunnen zijn – Marcel van Dam niet te na gesproken – zó onbeholpen de pen voert, dan bekruipt je toch het gevoel dat men zijn opstellen maar beter ongelezen kan laten, tenzij je natuurlijk, zoals ik, Felix wilt waarschuwen voor zijn haarziekte.

 

 

 

LEES VERDER
WKtS

29 OKTOBER 2012