Tweedeling

BLAUWE REGEN

Dagstukjes – 94

 

Ik heb niets tegen verzen op-zichzelf.
Wil men de woorden in het gelid zetten, goed!
Maar zeg niets wat niet waar is..

DROOGSTOPPEL IN MAX HAVELAAR

s schoonheid – of het muzische in het algemeen – opgewassen tegen lieden die alleen de platte werkelijkheid – en hun eigenbelang – voor ogen hebben? Ik toets het al mijn hele leven. Inderdaad, als een Don Quichot. Maar in welke bochten ik me ook wring, ik schiet er niets mee op. Droogstoppels zijn niet te overtuigen.

Een vriend van mij heeft hetzelfde. Hij vertelde me dat een nieuwe bewoonster van een der appartementen in hun pand, een jonge hoogopgeleide moeder met drie kleine kinderen, de blauwe regen aan het huis weg wilde hebben.

Die blauwe regen, zei hij, weet je wel?

Ja, zeg vertel mij wat. Of ik die ken. Met zijn uitbundige bloei vrolijkt hij in het voorjaar de hele buurt op en in deze tijd van het jaar verkleurt-ie potstauzend alsof -ie de herfst zélf is.

Ja, had ze gezegd, de peulen zijn gevaarlijk voor kinderen.

Peulen? Gevaarlijk voor kinderen?

Mijn vriend – die álles van bomen weet – had daar nog nooit bij stilgestaan.

Waar had ze die peulen vandaan? Van het internet.

Wat had ze daar opgesnord? Dat die peulen gevaarlijk waren voor kinderen.

Mijn vriend had geprobeerd haar uit te leggen dat er nog nooit een kind aan een peul van de blauwe regen was gestorven. En bovendien: sinds wanneer lusten kinderen peulen?

Hij had haar verteld dat overal om ons heen planten, struiken en bomen groeien die gif bevatten. Apothekers hebben er al eeuwen baat bij.  Ze liet zich niet overtuigen.

Meelevend hoorde ik hem aan. Ik moest aan Sneeuwwitje denken… en aan haar boze stiefmoeder…

Intussen was de gevreesde rij van tweedelingen in de samenleving voor mij weer met een nieuwe uitgebreid.

Tweedelingen dreigen altijd.

Ik ging al gebukt onder de tweedeling tussen hoog- en laagopgeleid, tussen rijk en arm, tussen zwart en wit, tussen man en vrouw, tussen jong en oud, tussen SP en PVV, tussen Trump en Clinton, tussen oost en west, tussen islam en westerse heidenen en tussen degenen die hapsnap het internet raadplegen en degenen die een héél boek lezen als ze zich een vraag stellen, en nu drukte mijn vriend me ook nog eens met mijn neus op de tweedeling tussen degenen die om de natuur geven en haar proberen te begrijpen, omdat de natuur nu eenmaal – net als de Here God of Allah – álles omvat, óók giftige peulen, én degenen die alles wat maar naar natuur zweemt griezelend bezien en misschien diep in hun hart wel vrezen, bang als ze zijn voor hun eigen angstaanjagende natuur.

Weet je nog, zei ik tegen mijn vriend, hoe Stoffel in Woutertje Pieterse Juffrouw Laps de stuipen op het lijf jaagt?

Hij lachte: Juffrouw Laps, je bent ’n zoogdier.

Honderdvijftig jaar later zijn eigentijdse moeders – hoogopgeleid of niet – vergeten wat het is om een zoogdier zijn.

En dan zwijg ik maar over Paul van Ostaijen die dichtte: ‘Ons sperma is violet. Gif. ‘

LEES VERDER
WKtS

4 NOVEMBER 2016