OPGRAVING IN DE NEDERZETTING ROTTA WAAR IN ROTTERDAM NU DE MARKTHAL STAAT
Verbeter je Taal Nog Meer – 70
Hiera sint vilo visko
Hier zijn veel vissen
TAAL IN ROTTA
Al mogen we inmiddels wat meer, corona laat zich niet kisten. Gelukkig kon ik even weg. Helemaal naar Rotterdam, ja helemaal naar Rotterdam, niet naar het Rotterdam van vandaag, maar naar het Rotterdam van zo’n duizend jaar geleden, toen Nederland er zo anders uitzag en er een taal gesproken werd die wij niet kennen, het Oudnederlands.
Het oudste Nederlands dat wij kennen, is het bekende zinnetje olla vogala nestas hagunnan. Alle vogels zijn aan hun nest begonnen.
Dat was weinig.
Onze Europese buren konden op een veel langere geschiedenis bogen. In hun ogen stellen wij dan ook niets voor, maar mijn uitstapje heeft mij van dit minderwaardgeheidsgevoel verlost.
Ik weet nu dat het Nederlands veel ouder is dan wij dachten. Het is een taal als alle andere talen in Europa, met dit verschil: wij kunnen onze eigen oude taal ook hóren. Je hoeft er op het internet Taal in Rotta maar voor aan te klikken en je valt van verbazing van je stoel.
Een animatiefilmpje laat zien hoe onze voorouders rond het jaar duizend leefden op de plaats waar Rotterdam nog in geen velden of wegen te bekennen was. Je bent er getuige van als die oudjes, jeugdig als wij zelf eens waren, hun zaakjes regelen en je hoort hoe ze spraken.
Dan moesten ze bijvoorbeeld aan graaf Diederik tol betalen en dan zeggen ze dat ze ‘tolne bitalon themo gravin Thiederike’.
Alleen dit ene zinnetje al, prachtig gearticuleerd – de ‘th’ van Thiederik is de Engelse harde ‘th’ – vertelt je veel over het Oudnederlands, een spreektaal die nog naamvallen kende, reden waarom ‘graaf’ in dit zinnetje ‘gravin’ wordt – derde naamval – maar bovenal een taal die klonk als een klok met haar zangerig benadrukte klinkers, die in het Nederlands later almaar doffer werden. Het ‘bi’ – bieieieie – in ‘bitalon’ gaat dan als ‘bu’ in ‘butalu’ klinken.
Soms denk je dat het verleden af is, ja, ik weet het wel, hoor, maar dan zie je Taal in Rotta en besef je dat er altijd weer onderzoekers op uit trekken om het dode paard in beweging te brengen. Zij wekten – heel knap – dit stokoude Nederlands tot leven.
LEES VERDER
WKtS
31 MEI
DE VOLKSKNAR, NR 34!