Beschermd stadsgezicht

DEUREN IN DE GERRIT VAN DER VEENSTRAAT

Dagstukjes – 138

Behalve den man, die de Sarphatistraat
de mooiste plek van Europa vond,
heb ik nooit een wonderlijker
kerel gekend dan den
uitvreter.

NESCIO: DE UITVRETER

 

en van de mooiste stadswijken die ik ken is Plan Zuid in Amsterdam. Ik woon er al jaren.

Plan Zuid is een uitbreidingsplan dat de architect Hendrikus Petrus Berlage in 1917 aan de gemeenteraad van Amsterdam voorlegde.

Het was zijn tweede plan.

Het eerste was van een geheel andere orde. Daarmee zocht de gezaghebbende bouwmeester aansluiting bij het oude Amsterdam met z’n kronkelige. nauwe  straten en straatjes.

De gemeenteraad zag er geen brood in. Men vond het te kostbaar en niet doelmatig genoeg. Daarom ontwierp Berlage in 1917 een ánder plan. Met grote bouwblokken, brede straten en bomen, veel bomen, vooral populieren.

Dat plan accepteerden de plaatselijke volksvertegenwoordigers wel. Amsterdam heeft er nog steeds de grootstedelijke allure aan te danken die het verder alleen aan de Hollandse rijkdom uit de zeventiende eeuw ontleent.

Plan Zuid is deze maand, honderd jaar later, tot beschermd stadsgezicht verklaard, net als eerder de grachtengordel en de tuin- en dijkdorpen in Amsterdam Noord.

Dit houdt in dat er na 1 april volgend jaar – als de maatregel van kracht wordt – in elk geval geen gebouwen meer zomaar gesloopt mogen worden. Onduidelijk is nog of het dan ook verboden zal zijn om nieuwe gebouwen neer te zetten, want al is Plan Zuid een van de mooiste stadswijken die ik ken – fraaier dan de Sarphatistraat van den uitvreter -, je ziet er ook opvallende architectonische dissonanten die de harmonie verstoren.

Al een paar jaar rukt aan de zuidflank het Groot Kapitaal op dat de ene kantoortoren na de andere uit de grond stampt. Dat is op die plaats voorlopig nog niet zo erg, hoe hoger, hoe mooier, zou ik zeggen, en zo heel hoog kunnen ze niet omdat Schiphol dwarsligt, maar het is niet denkbeeldig dat in de toekomst deze ongebreidelde bouwlust de prachtige bouwblokken van Berlage en al die mooie huizen in de stijl van de Amsterdamse school gaat overschaduwen. Voor bewoners én raadsleden des te meer reden om waakzaam te zijn en het belang van groen voor de leefbaarheid van dit almaar drukker wordende stadsdeel te benadrukken. Men zou kunnen leren van de stedelijke catastrofe die Utrecht trof toen men daar de oude stationswijk met de grond gelijk maakte voor de ramp die Hoog Catharijne heet. Dat komt nooit meer goed.

Ik weet niet of in een beschermd stadsgezicht het groen óók moet worden ontzien, maar ik weet wel dat zowel de luister van het Beatrixpark als het groen van de sportvelden op het Olympiaplein – waar Fanny Blankers-Koen nog haar trainingsronden liep – permanent door vastgoedbeheerders, projectontwikkelaars en multinationals wordt belaagd.

Akzo Nobel, de internationale verfveelvraat, is het park al binnengedrongen. Ook het Sint Nicolaaslyceum heeft met zijn nieuwbouw de sfeer in dit mooie stadsdeel ingrijpend veranderd.

Maar helaas, helaas, het Beatrixpark is géén beschermd stadsgezicht. Het valt buiten Plan Zuid. Net als het Olympisch stadion, dat door de recente, niet al te fraaie nieuwbouw eromheen steeds meer aan het oog wordt onttrokken.

Ook de RAI valt buiten Plan Zuid. Zo krijgt dit voortdurend groeiende beurzencomplex alle ruimte om bij elke ‘opleving in de economie’ nog meer lelijkheid in beton, glas en kunststof aan de bestaande huisvesting toe te voegen. Die gedachte beneemt mij als bezoeker van het Beatrixpark nu al somwijlen de adem.

Een woonwijk tot beschermd stadsgezicht verklaren is één ding, maar voorkómen dat het Groot Kapitaal ook de komende jaren als een olifant door de porseleinkast davert, is iets anders.

Het bestuur van het Beatrixpark ligt er al jaren van wakker.

WKtS
30 OKTOBER
LEES VERDER