DIT IS MIJN LICHAAM. LAATSTE AVONDMAAL VAN JUAN DE JUANES
De media en het ritueel van de heiligverklaring
p Witte Donderdag werd Johan Cruijff heilig verklaard. Misschien was Goede Vrijdag toepasselijker geweest, maar Johan had anders beschikt. Hij wou zijn dood delen met zijn discipelen en niet met zijn wenende vrouw Danny aan het graf.
Alle televisiestations in de westerse – en zo te zien zelfs de niet-westerse – wereld stonden stil bij Johans verscheiden.
Terecht?
Terecht of niet terecht, that’s not the question.
Ik heb uren zitten kijken en heb – onder het aanhoren van een paar liefdevolle en zelfs ontroerende anekdotes – genoten van de onnavolgbare beoefening van het spel waarin Johan een meester was, het voetbalspel dat mij als kind vele uren per dag van Winnetou, Old Shatterhand en het knieschot afhield.
Interessanter dan de vraag of al die aandacht terecht was, is de vraag wat de media met dit eerbetoon wilden. Ik heb het een heiligverklaring genoemd en dat was het. Van Johan werd postuum een Mensch gemaakt, zo ver boven ons gewone stervelingen verheven dat hem ongetwijfeld met Pasen de verrijzenis wacht.
Het sprak uit woord én gebaar. Ik dacht nog weleens aan ándere Nederlandse voetballers – die konden wat Johan kon – Bep Bakhuys, Abe Lenstra, Faas Wilkes en Piet Keizer bijvoorbeeld – maar Johans discipelen hadden aan dit vergane vaderlandse heldendom geen boodschap. Rede en redelijkheid zijn op zulke momenten in de tv-studio ver te zoeken.
Waar deed me dat aan denken? Aan de kerk.
Van de rooms-katholieke kerk kennen we het ritueel van de heiligverklaring. Deze kerk is in Nederland al enkele generaties – net als in de tijd na de Reformatie – taboe verklaard. Het verbaasde me daarom des te meer dat de godloochenaars van de media bij het vieren van Johans dood zo vanzelfsprekend in een oude gewoonte van deze verguisde religie vervielen.
Kennelijk kan het niet anders. Maar waarom praat men bij de media dan met zoveel dédain over godsdienst?
De kerk gaf schokkende gebeurtenissen in de gemeenschap een plaats.
Die taak hebben de media overgenomen, vooral de televisie, maar elke dag opnieuw demonstreert zij van religie helemaal niets te begrijpen. Er wordt alleen maar neerbuigend over gepraat. Niet alleen over het christendom, maar vooral ook over die andere – vreemde – godsdienst, de islam. Het is mij een raadsel. Hoe kunnen we wat er gebeurt begrijpen als we onszelf niet begrijpen?
Onze wereld is door en door manicheïstisch, de ene helft in handen van de duivel, de andere – de goede helft, uiteraard, de onze – in handen van God, maar diens naam mag nooit genoemd worden – tenzij in blasfemieën, godslasteringen en gevloek.
Blind voor dit verschijnsel aanbidden de media het Opperwezen als een afgod in de persoon van de voetballer Cruijff.
WKtS
25 MAART 2016