ZO KLINKT MUZIEK VAN HILDEGARD VON BINGEN
Dagstukjes – 236
But clouds got in my way
JONI MITCHELL: BOTH SIDES NOW
In de Kleine Zaal van het Concertgebouw hoorde ik Johannette Zomer een avond lang liederen zingen.
Liederen uit alle windstreken, zo leek het, uit alle tijden.
De zangeres werd begeleid door de pianist – en zanger! – Mike Boddé, de contrabassist Marcel Booij – die ook de accordeon bespeelde – en de percussionist Angelo van den Burg, die behalve aan zijn trommels wonderlijke klanken aan een curieuze verzameling gevonden voorwerpen ontlokte.
De zaal zat stampvol en genoot. We hoorden liederen van Hildegard von Bingen, Pieter Corneliszoon Hooft, Johann Sebastian Bach, Léo Delibes, Reynaldo Hahn, Jacques Brel (Amsterdam), Wim Sonneveld (Het Dorp), Boudewijn de Groot (Pastorale), Henry Purcell, U2, Joni Mitchell (Both Sides Now), Ramses Shaffy (in het Amerikaans) en nog veel meer verrassende, opwindende, ontroerende en wonderschone, voor de menselijke stem (ook anoniem) geschreven muziek.
Het was een avond zoals ik in lange tijd niet had meegemaakt. Niet alleen vanwege de muziek en de manier waarop er gespeeld en gezongen werd, maar vooral ook door de geheel eigen vorm die de muzikanten de liederen gaven.
Er werden, niet alleen letterlijk grenzen overschreden, van het ene continent naar het andere, van de ene tijd naar de andere, van de Barok bij wijze van spreken tot de Rock, er werd ook muzikaal zo lenig over hagen, hekken en omheiningen heen gesprongen dat de oorspronkelijke eigenaren van de muziek zich de haren uit het hoofd zullen hebben getrokken.
Dit was nieuwe muziek, verwekt door en gebaard in de oude. Het was een muzikale bevruchting die vrolijk de draak stak met de hokjesgeest in de wereld van de zogeheten klassieke muziek. Deze musici kónden en déden – net als in Podium Witteman – álles wat muzikaliteit maar vermag. Zij presenteerden ons consumenten geen product, zoals het in de marketing heet, nee, zij gaven ons luisteraars muziek en wij mochten daarin zowaar delen toen we uit volle borst Ons Dorp meezongen.
Zulke muziekprogramma’s zijn er, zeker in het Concertgebouw, nog steeds te weinig. Ieder genre zit in zijn eigen bubbel. Maar als klassiek lééft, zoals je de hele dag door op de radio hoort roepen, dan leeft klassiek in de toekomst alleen zó.
Kan dat?
Ja, dat kan, maar alleen als door en door creatieve, vindingrijke en geïnspireerde musici op zo’n behoudend klassiek podium een kans krijgen. Dan beleef je hoe muziek grenzen overschrijdt en weer muziek wordt, in plaats van een genre.
Wij, gelukkige eenentwintigste-eeuwers als we zijn, komen óm in de muziek, maar het muziekpakhuis dat de muziekindustrie ons – bij alle goeds – te bieden heeft, is óók een gebouw vol schotten.
Die schotten speelden Johannette en haar mannen deze zomeravond met een ongebreidelde geestdrift weg.
LEES VERDER
WKtS
8 AUGUSTUS 2019