Moeder

MIEZE VOOR DE TWEEDE WERELDOORLOG IN DUITSLAND

 

Gelukszoekers

 

Zo jongen, ben je daar….

JOHAN ANDREAS DER MOUW (1863-1919)

 

ijn moeder heette Maria Wilhelmina Hildebrandt. Men noemde haar Mieze. Ze werd op 25 juli 1908 in Gladbeck geboren.

Gladbeck was een stadje in het Ruhrgebied dat explosief groeide toen er aan het eind van de negentiende eeuw steenkool gevonden werd. Steenkool was het goud van die dagen. Het trok gelukszoekers uit alle windstreken aan, vooral uit Polen en Nederland, waar in de noordelijke provincies de armoede elk jaar toenam.

In Duitsland stonden de zaken er beter voor. De steenkool stimuleerde de industrialisatie. Het nog overwegend ambachtelijke en agrarische Duitsland werd een rijk en een machtig land.

Aan deze voorspoed kwam een eind toen de keizer in 1918 de oorlog verloor. Weliswaar had de man Duitsland aan de rand van de afgrond gebracht – en waren er miljoenen slachtoffers gevallen – maar hij hoefde niet de gevangenis in. Hij kreeg een gratis enkeltje naar Nederland waar koningin Wilhelmina hem hartelijk welkom heette.

Duitsland krabbelde weer op. Vooral dank zij de uitbreiding van de oorlogsindustrie die weer een ándere boef, Adolf Hitler, nodig had voor zijn megalomane gebiedsveroveringen. Zijn volgelingen sponnen er garen bij, anderen vreesden het ergste.

In die dagen nam mijn vader mijn moeder uit Gladbeck mee naar Utrecht. Daar had hij, aan de Oude Gracht, een goed lopende wagenmakerij én een mooi huis, maar geen vrouw. Die was in 1934 gestorven.

Mijn vader kende Gladbeck als zijn broekzak. Zijn ouders waren er vanuit Smilde in Drenthe naar toe getrokken om hun kinderen een toekomst te kunnen bieden die in Nederland niet mogelijk leek. Mijn vader had tot 1919 in Gladbeck gewoond. Toen moest hij in dienst. Niet in Duitsland, maar in Nederland, omdat het gezin altijd Nederlands was gebleven – en thuis altijd Nederlands was blijven spreken.

Mijn vader en moeder trouwden op 8 juli 1936. Ze kregen acht kinderen. Mijn moeder overleed op 28 juli 1978, drie dagen na haar zeventigste verjaardag. Het is lang geleden, maar nog elk jaar gedenk ik haar geboortedag. Haar graf is al jaren geruimd, maar zij is er nog. In mij. Omdat ik weet wat ze voor mij heeft betekend. Hoe oud ik ook word, dát besef zal mij tot mijn laatste snik vergezellen. Samen kwamen we de oorlog door, samen gingen we op zondag naar de kerk en samen leerden we Nederlands.

WKtS
25 JULI 2016

Zie ook mijn levensverhaal.
Zie ook Met Hun Tijd Mee.