Willem Engel
Met Willem Engel zitten de bangerikken onder ons behoorlijk in hun maag. Hij vindt de maatregelen die de regering ter bestrijding van het virus covid19 heeft afgekondigd – en probeert te handhaven – onzin. Of nog sterker: dictatuur. Willem Engel heeft een dansschooltje in Rotterdam en kan even niets doen omdat zijn bedrijf van hogerhand een lockdown opgelegd kreeg. Ledigheid is des duivels oorkussen en daarom gaf Willem zich niet over aan een exotisch dolce far niente, maar ging hij wetenschappelijk onderzoek doen. Wetenschappelijk, ja, want Willem heeft in Leiden biofarmaceutische wetenschappen gestudeerd en daarna zes jaar lang aan een proefschrift gewerkt dat nooit af kwam. In de Volkskrant werd hij een ‘gesjeesde promovendus’ genoemd, een voor mij nieuwe academische kwalificatie. Studenten in de biofarmaceutische wetenschappen leren veel over medicijnen, het maken van medicijnen en over de ziekten die deze medicijnen moeten onderdrukken of liever nog: genezen. Mooi vak, lijkt me. Moeilijk ook. Iets om je leven aan te wijden. Maar daar dacht Willem anders over. Hij haakte af toen hij in Brazilië een voor hem bijzondere dans ontdekte, de zouk, in alle media omschreven als een ‘sensuele Braziliaanse dans’. Het inspireerde hem zo dat hij onder zijn bovenwoning in Rotterdam een ruimte inrichtte om belangstellenden ermee in aanraking te brengen. Dat was iets anders dan de beoefening van de biofarmaceutische wetenschappen, maar ook leuk. Nu is Willem beroemd. Niet door de zouk of zijn dreadlocks – die geen journalist vergeet te vermelden – maar door de actiegroep viruswaanzin die hij met een juridische vriend in het leven riep. Dank zij de op sensatie beluste leeghoofdigheid die de zogenaamde social media collectief produceren wist hij in korte tijd duizenden corona-ontkenners enthousiast te maken. Verbaast het u? Mij niet. Alles in en om Willem staat model voor de gekte die je tegenwoordig overal in het openbare leven telkens weer ziet uitbreken. Het lijkt wel een virus. Dat is verontrustend, maar nóg verontrustender is het dat je in datzelfde openbare leven nauwelijks tekenen ziet die erop wijzen dat degenen die over ons gaan – met in hun voetspoor de media – proberen deze krankzinnigheid in verband te brengen met hun eigen gedrag, met de manier waarop we ons materialisme botvieren, onze kinderen grootbrengen en massaal naar de een of andere universitaire supermarkt sturen om toch vooral maar hogerop te komen, terwijl ze veel liever bakker, fietsenmaker of dansleraar waren geworden.
27 J U N I
Terschelling
Geen Oerol, maar wel gezellig druk op Terschelling. Volle terrassen waar veel, zwaar uitbuikend en wijdbeens gezeten werd. Het openbare leven was weer ongebreideld consumeren. Ik fietste tien dagen lang over het eiland – soms met de westenwind in de rug, waardoor ik als op vleugelen bijna gelijke tred wist te houden met de elektrisch geladen huurfietsen die de berijders willoos voortjoegen over de schelpenpaden. Steeds sneller. Ik heb het zien veranderen in de dertig jaar dat ik hier kom. De badgasten, maar ook de eilanders – en vooral de immigranten van de vaste wal met hun SUV’s – gedragen zich vandaag de dag ook hier alsof de duivel hen op de hielen zit. Waarom is iedereen zo ongedurig? Is het onmogelijk geworden om je leven een poosje af te stemmen op de weidse, onkenbare en raadselachtige natuur waar tot voor kort god zelf zich schuilhield? Is men zo goddeloos geworden dat men de eeuwigheid niet meer ervaart, waarin je al wandelend of fietsend van West-Terschelling tot aan de Boschplaat wordt opgenomen? Het is zo makkelijk hier weer jezelf te zijn, weer degene die je diep van binnen altijd al was en graag had willen blijven… Bevrijd, vrij, maar nee… óp naar het terras, waar de witte wijn en het schuimend gerstenat een ogenblik vergetelheid moeten schenken….
24 J U N I
Sigrid Kaag
In Nederland, maar ook in de rest van de wereld, voor zover we daar zicht op hebben, want we zijn natuurlijk volstrekt afhankelijk van de media die ons informeren, tekent zich de laatste jaren een scheur af tussen, grofweg gezegd, twee bevolkingsgroepen. Ze worden met ‘links’ en ‘rechts’ of ‘populistisch’ en ‘democratisch’ aangeduid, maar dat zijn niet de juiste woorden, lijkt me. Realistischer is het om te zeggen dat het gaat om het aanvaarden van noodzakelijke veranderingen in de maatschappij. Sommigen kunnen dat, anderen niet. Misschien is zo’n houding van alle tijden, maar wat mij vandaag de dag verontrust, is de heftigheid waarmee vanuit beide kampen tegenstanders worden verketterd. Het heeft veel weg van een ouderwetse godsdienstoorlog. Het viel me dezer dagen weer op hoe verbeten sommige mensen het verzet tegen het racisme claimden. Anderen die evenzeer hun buik vol hadden van dit maar dooretterende kwaad moesten hun bek houden. Afblijven, jij, witte klootzak, dit is van ons zwarten. Het bood een verontrustende inkijkje in het onvermogen van telkens weer nieuwe groepen – denk aan de boeren van de Farmers Defence Force – om je achter een gezamenlijk belang te scharen. Het gaat alleen om jou. Om jouw gelijk. Om jouw zelfbevrediging. Politieke partijen kunnen er ook wat van. Vooral als media hen kritiekloos steunen, zoals De Telegraaf Forum voor Democratie. Dan liggen onverzoenlijkheid, verharding, ja, zelfs brandschatting en burgeroorlog op de loer. Als je naar Amerika kijkt, denk je, ja, zo kan het gaan – zeker, als je weet hoe snel verzet tegen onrecht een ideologische lading krijgt en in plaats van récht onrecht wordt. Alles hangt niet alleen van het landsbestuur af, maar ook van óns, staatsburgers. Willen we een harmonischer samenleving of blijven we, met oogkleppen – en een mondkapje – voor, met ‘ons soort mensen’ ons eigenbelang nastreven? Misschien valt het in Nederland nog mee. Wij hebben geen Trump en ook geen Amerikaans racisme. We zijn geneigd te denken dat bij ons de wal het schip keert, maar vergis je niet. Er moet veel, heel veel, voor sommigen zelfs, té veel veranderen. Laat politici als Sigrid Kaag, die in Op1 zo overtuigend het racisme veroordeelde, een baken zijn.
9 J U N I
Femke
Je zou zeggen: iedereen houdt zich onder deze omstandigheden gedeisd. Maar nee, de agressie giert weer rond alsof er géén duizenden doden zijn gevallen. Wat zijn we toch een beschaafd land geworden. Opvallend vond ik de afkeer, ja, zelfs de háát die Femke Halsema ten deel valt. De Telegraaf laat geen dag voorbijgaan om de burgemeester van Amsterdam zwart te maken. Daarbij schrikt de krant niet terug voor valse beschuldigingen, zoals in het geval van haar kind dat buiten rovertje speelde met een toneelpistool. De krant reageert op Femke als een dolle stier op een rode lap. Waarom? Ik denk omdat ze een vrouw is en, zoals men op de redactie van De Telegraaf vreest, ook nog eens een intelligente en linkse vrouw, maar wie haar loopbaan serieus heeft gevolgd en bijvoorbeeld haar boek Pluche heeft gelezen – ja, je moet er iets voor doen om je een eerlijk oordeel te kunnen vormen – weet dat je haar politieke instelling genuanceerder kunt omschrijven. Onrecht, daar kan Femke niet tegen. Is dat links? Dan ben ik óók links en sta ik als één man achter haar. Van tijd tot tijd ontmoet ik een grijsaard die De Telegraaf nog leest. Begint hij over Femke, dan borrelt meteen het gif op waar deze krant van leeft.
7 J U N I
Racisme
Op de Dam was het druk. Duizenden Nederlanders kwamen in het geweer tegen het racisme in de Verenigde Staten – en in één moeite door ook tegen het racisme in Nederland. De burgemeester van Amsterdam kwam zelf kijken, overrompeld door de massale opkomst. Nederland, kun je wel zeggen, maakte een vuist, nou ja, Nederland: politici en mediaknechten dachten daar anders over. Het was allemaal heel erg fout gegaan en er was er maar één die dat op haar geweten had: Femke Halsema. Maar waar ging dit over, minister Grapperhaus? Eerst tegen de burgemeester zeggen dat ze de corona-maatregelen dan maar even buitenspel moest zetten – om erger te voorkomen – en vervolgens op de televisie mompelend en stotterend als een betrapte schooljongen deze dappere en verstandige vrouw de schuld geven. ‘Dit had nooit mogen gebeuren.’ Nee, maar het ging toch niet over Femke Halsema? Het ging toch over een racistische moord in Amerika? Over racisme? Over ‘geïnstitutionaliseerd’ racisme nog wel? Over racisme bij de overheid? Ook in Nederland? Ook in Nederland, zoals de toeslagenaffaire bij de Belastingdienst ons pijnlijk duidelijk heeft gemaakt. In Den Haag vermijden ze al jaren om dit racisme te agenderen. Ik las er een ontmoedigend stuk over in de NRC. Geen wonder, dacht ik, politici en praatprogramma’s zien heel veel niet of willen heel veel niet zien. Ze leven in een beveiligd resort met een hek erom. Zo lang de beeldbuisverslaving van het volk voortduurt, kunnen ze ongestoord hun gang gaan. Het negeren, uitsluiten en afmaken is dagelijks werk voor hen. Hun core-business.
3 J U N I
Rozenmaand
Juni is de rozenmaand. Ik wist het niet, maar what’s in a name? That which we call a rose by any other name would smell as sweet. Ik zie het. Ik ruik het. Mijn rozen tieren zo barok dat ik er volgend jaar nog meer wil hebben. Denn alle Lust will Ewigkeit…. Maar dat kan niet. Mijn tuin zit in potten op de stoep en uitbreiden kan niet meer. Voorbijgangers struikelen er nu al bijna over, maar ik heb nog niemand horen klagen. Integendeel, de meeste passanten complimenteren me spontaan met alle kleur en geur waarvan zij deelgenoot mogen zijn. Bijen en vlinders zoemen en dansen om ons heen. Hun zomerse habitat is onze stadse lustwarande. Zij doen hun werk, ik geniet. Ik zou mijn adoratie voor de roos wel tot in de diepste diepte willen peilen en citaten uit de wereldliteratuur helpen me op weg, maar ik laat de poëzie rusten. Ik geef water, af en toe een schepje mest, knip uitgebloeide bloemen weg en besef dat deze onbegrijpelijke schoonheid algauw de vergankelijkheid wacht die zoveel woorden noodzakelijk maakt. A rose is a rose is a rose…
1 J U N I
ZIE OOK LOGBOEK MEI 2020
ZIE OOK LOGBOEK APRIL 2020
ZIE OOK LOGBOEK MAART 2020
ZIE OOK LOGBOEK FEBRUARI 2020