Kunststofknikker

ABE LENSTRA ILLUSTRATIE DIK BRUYNESTEYN

 

Dagstukjes – 296

 

Geen woorden, maar daden...
ABE LENSTRA

 

 

 

Ik kijk nog steeds. Ik kan het niet laten. Voetbal was na de Tweede Wereldoorlog voor ons hét vertier toen we het vege lijf hadden gered, maar niets bezaten. Geen bal. We trapten tegen een prop papier die we met de rode ringen van moeders weckflessen zo goed en zo kwaad als het ging rond hadden gemaakt. Op een blinde muur tekenden we met een potscherf een doel.

Toen we ons wat verder uit de buurt waagden – er nog steeds niet helemaal zeker van dat we bevrijd waren – speelden we in de weilanden aan de rand van de stad met een ‘drietje’, het hoogst bereikbare, voordat we aan een ‘viertje’ of een échte bal toe waren, een volwassen ‘vijf’ die bij avondwedstrijden in het stadion als een lichtflits de donkere avond doorkliefde. Later zouden wij daar ook mee voetballen. Later. Veel in onze jeugd droeg het stempel ‘later’.

Jongensspel

Zoveel jaar later zijn we allemaal rijk – mijn buurjongetje toont me achteloos de vijf gloednieuwe ballen die hij bij gelegenheid van het Europees Kampioenschap van vader en moeder en opa’s en oma’s heeft gekregen – en is voetbal geen jongensspel meer, maar de winstgevende handel van een multinational die met zijn algoritmen groot en klein, oud en jong, zwart en wit, vrouw en man en alles daartussenin aan de beeldbuis gekluisterd houdt en de high-tech stadions in kermissen – of slagvelden – verandert.

Het gaat om geld, om veel geld, om héél veel geld, om nóg meer geld, we weten het, maar hoe zit met die bal? Is hij nog steeds het begeerde voorwerp waar in mijn jonge jaren alles om draaide? Nou en of! Het is deze zomer zelfs de opvallendste bal die ik ooit op een groot toernooi heb zien rollen. Hij heeft ook een naam, die bal, Uniforia heet hij, een naam die door de marketing van Adidas is bedacht en staat voor ‘eenheid’ en ‘euforie’. Hoe verzin je het?

De waarheid is dat die Uniforia geen voetbal is, maar een postmodern bijeengeknutselde kunststofknikker die even onnatuurlijk oogt als de kankerverwekkende polyethyleenvelden waarop voetbalhotemetoten hun getatoeëerde miljonairs laten spelen, goedkoper dan op zo’n gekortwiekte grasmat die je als speler met zijn frisse geur nieuwe kracht kon geven na een gemene tackel.

Geld prefereert nep, zo blijkt.

Waar kijk ik naar?

 

 

LEES VERDER
WKtS
17 MEI 2021

TERUG NAAR DE VOORPAGINA
ZIE OOK DE VOETBAL SPREEKT

EERDER IN LOGBOEK