Verbeter je Taal Nog Meer – 65
Da ouloe jaari go agéen,
Da njoe wan deé na doren
Effi a tjari son, ef’ a tjari a réen
Gaddo sabie; o soema moro!
J.J.L.TEN KATE: PROEVE VAN NEGER-ENGELSE POËZY
et lijkt erop dat we in Nederland de strijd tegen onzorgvuldig of foutief taalgebruik hebben opgegeven. Niet iedereen legt zich daarbij neer. In de Volkskrant verzet de taalkundige René Appel, die ook een aantal genoeglijke misdaadverhalen heeft geschreven, zich tegen de behandeling van het wederkerend voornaamwoord zich.
Zich, dan weer wel, dan weer niet. Zich beseffen, zich irriteren – dat werk. We zijn de weg kwijt. We herinneren ons niet meer, we herinneren. Appel vermoedt hier – en dat vond ik opvallend – een Amerikaanse invloed, vooral bij dat kale, zichloze herinneren.
Dat is koren op mijn molen want ik beweer al jaren dat het Amerikaans het Nederlands aantast, niet zozeer op het niveau van woorden en uitdrukkingen, als wel in zijn dieptestructuur. De taal wordt letterlijk uitgehold.
In dezelfde Volkskrant schrijft Ariejan Korteweg het katheder, hoewel iedereen die weleens wat gelezen heeft, met de bijbel is opgegroeid, of zich het blad van de vrijdenkers in Nederland herinnert – De Katheder – weet dat dit het verkeerde lidwoord is.
Katheder wordt vaak verward met katheter, het buisje waarmee verpleegkundigen zieke lichamen van overbodig vocht ontdoen.
Gewoon suf
Maar, let wel, er zijn taalfouten en taalfouten. Zo’n fout als van Ariejan is gewoon suf, de fouten die René Appel signaleert zijn ernstig. Ze ondergraven de betekenis van wat er gezegd wordt. Het zijn symptomen van een taalziekte die in een onontwarbaar abracadabra kan eindigen. Of – en dat vind ik interessant – het zijn symptomen van de creolisering die veel talen als gevolg van kolonisatie en dekolonisatie te zien geven.
Omdat wij óók gekoloniseerd zijn, door Amerika – en gekoloniseerd blijven zolang we de jeugd met Amerikaans fastfood vetmesten – maar ook zélf kolonisatoren waren, ontkomt het Nederlands niet aan een steeds verder gaande creolisering.
In de jaren tachtig van de vorige eeuw werd ik op het verschijnsel gewezen door de schrijver Breyten Breytenbach die zich tegen de Apartheid in zijn land had verzet en net als Nelson Mandela lang in de gevangenis had gezeten. Toen ik zei dat Nederlanders zich nog steeds door hun táál met Zuid-Afrika verwant voelden, zei hij: Dat is een misverstand. Het Nederlands is een Germáánse taal, het Zuid-Afrikaans een creoolse.
Zo kunnen talen – en sommige schrijvers – je dingen vertellen die je zelden hoort.
LEES VERDER
27 MAART
WKtS
DE VOLKSKNAR
ZIE VOOR HET INGEWIKKELDE VERSCHIJNSEL
VAN DE TAALCREOLISERING ENSIE
Het citaat is uit een creools nieuwjaarsgedicht voor Cesar: Njoe-jaari-singi voe Cesari.
De bekende Nederlandse dichter J.J.L.ten Kate (1819-1889) publiceerde het
in 1843 als ‘ingezonden, heel uit Suriname.’
In zijn vertaling staat er:
‘Het nieuwe jaar met vlugge voet
Is voor de deur getreden:
Of ’t regen brengt of zonnegloed,
Wie weet dat hier beneden?’