Gode welgevallig

PELGRIMS IN DE VIA DOLOROSA IN JERUZALEM  FOTO WKtS

 

Verbeter Je Taal Nog Meer – 45

 

Theology after breakfast sticks to the eye
WALLACE STEVENS, LES PLUS BELLES PAGES

 

aal verbindt meer dan wij kunnen bevatten. Poëzie en religie bijvoorbeeld.

Allebei taboe.

Ik merk het als ik zulke onderwerpen weleens buiten mijn eigen kring aansnijd. Het komt me steevast op bevreemde blikken te staan.

Maar ook het tegenovergestelde maak ik mee. Mensen zijn blij als ze over religie of poëzie kunnen praten.

Een van hen was een familielid van mij, Theo, mr Theo Hubert, directeur van een grote verzekeringsmaatschappij.

Nadat hij zijn bedrijf had verkocht en als een man in bonis thuis kwam te zitten wijdde hij zich met grote voortvarendheid aan de poëzie. Hij ging ook zelf gedichten schrijven. Hij werd ook steeds geloviger. Het viel me op, maar ik zag nog geen verband tussen het een en het ander, tussen poëzie en religie.

Theo liet me zijn verzen lezen, we spraken erover en zijn verzen wonnen aan kracht. Hij had ontdekt dat hij niet zijn gevoel moest berijmen, maar de taal haar werk moest laten doen. De progressie was indrukwekkend. Onverwachte, ogenschijnlijke rare wendingen bleken nu de emotie op te snuiven als een verslaafde de coke.

Het streelde Theo dat hij als verzekeringsman in de voetsporen trad van een van de meest karakteristieke dichters in de traditie van de modernistische Amerikaanse poëzie, Wallace Stevens, onderdirecteur van de Hartford Accident and Indemnity Company. Remco Campert en J. Bernlef wezen ons in de jaren tachtig van de vorige eeuw op hem.

Poëzie – en literatuur in het algemeen – houdt zich niet aan de hedendaagse eis van verkokering en hokjesgeest (de bubbel). In Nederland, vertelde ik Theo, hadden we ook een paar zakenlui die dichters van formaat waren geworden, zoals Willem Elsschot en Martin Veltman.    

Religie was voor mij een ander verhaal. Voordat je het wist zat je bij de pastoor of bij Andries Knevel op schoot. Toch spraken we ook daarover veel – zonder dat we een samenhang zagen.

Die ontdekte ik pas gisteren, een dag na zijn dood. Toevallig sloeg ik een bundel open van de Australische dichter Les Murray en las in het gedicht Poetry and religion: ‘Religions are poems.’

 

 

 

LEES VERDER
WKtS
19 JULI 2018
DE VOLKSKNAR
IN ARCHIEF ONDER SERIES VINDT U
DE HELE REEKS VERBETER JE TAAL NOG MEER

 

P O Ë Z I E  E N   R E L I G I E

Religies zijn gedichten. Ze verenigen
ons daglicht-ik en onze dromende ziel, ze brengen
onze emoties, instinct, adem en onze gebaren

bij elkaar in het enige hele denken: poëzie.
Niets is gezegd voor het uitgedroomd werd in woorden
en niets is waar wat alleen maar in woorden verschijnt.

Een gedicht, vergeleken met een religie in volle ontplooiing,
is misschien als de korte huwelijksnacht van een soldaat –
om van te sterven en te leven. Maar dat is een kleine religie.

De volgroeide religie is het grote gedicht in liefdevolle herhaling
en moet zoals elk gedicht onuitputtelijk zijn, en volledig,
met wendingen waar we vragen Waarom heeft de dichter dat nou gedaan?

Een leugen kun je niet bidden, zei Huckleberry Finn;
je kunt er ook geen dichten. Het is dezelfde spiegel:
als het beweeglijk is en flonkert, noemen we het poëzie,

en religie, als de kern is verankerd.
Zo is God in elke religie opgevangen poëzie
opgevangen – niet gevangen – als in een spiegel

die hij opriep door in de wereld te zijn
wat poëzie is in het gedicht: een wet tegen afbakeningen.
Er zal altijd ook religie zijn zolang er poëzie is

of een gebrek daaraan. Beide zijn gegeven, en periodiek,
als de vlucht van sommige vogels – kroonduif, rosella-papegaai:
met de vleugels gesloten, even uitwiekend en dan weer gesloten.

LES MURRAY

DE SLABONENPREEK
MEULENHOFF.