Verhalen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


BIJ DE KLAAGMUUR                                                                                 Foto Willem Kuipers

 

Verbeter Je Taal Nog Meer – 60

 

Kom vanavond met verhalen…
LEO VROMAN

 

ie leest, gelooft niet. Dat klinkt raar, want de gelovige zoals wij die kennen beroept zich meestentijds op een tekst. Ik zou zomaar kunnen beweren dat zulke lezers niet geloven. Dat wil ik wel, maar daarmee heb ik christenen, islamieten en wat dies meer zij nog niet overtuigd.

Lezen ze dan misschien niet goed? Dat staat ter discussie.

Ik heb een poosje in een geleerd gezelschapje bijbelteksten bestudeerd. Het viel me op dat sommige deelnemers nauwelijks verhalen kenden. In mijn ogen reageerden ze heel vreemd op bijbelteksten die ik als een prachtig verhaal las.

Natuurlijk hadden ze wel met hun neus in de boeken gezeten, anders word je in Nederland nog steeds geen professor, maar ze bleken nauwelijks vertrouwd met uit het leven gegrepen vertellingen over mensen die je nog nooit hebt ontmoet, ook niet zúlt ontmoeten, misschien ook niet wilt ontmoeten, maar die je gaandeweg door je lectuur beter leert kennen dan je eigen familie.

Het verhaal was bij Christus – om op de Bijbel terug te komen – in goede handen. De evangeliën met hun boodschap van liefde, mededogen en wijsheid kunnen ons nog steeds overtuigen omdat Christus als hoofdpersoon, als mens van vlees en bloed, verhalen vertelt die iedereen begrijpt, des te beter wanneer ze niet als góddelijke, maar als ménselijke openbaring worden gelezen.

Westerbork

De geslaagde dames en heren in onze tijd die zich vierentwintig uur per dag door hun ambitie laten opjagen, zijn vaak literair of tekstueel gesproken nogal beperkt. Zij zien daardoor de ander niet. Zij zien alleen zichzelf, ze hebben slechts oog voor hun eigen belang en moeten dientengevolge – als verwende kinderen – wel altijd gelijk krijgen.

Ik vond dit onlangs weer bevestigd in een stuk van Sander van Walsum in de Volkskrant over de restauratie van historische filmopnamen in kamp Westerbork. In die reportage zegt de Directeur Beeld en Geluid dat dit werk heel wat belangrijker is dan het opknappen van de Nachtwacht.

O, ja?

Het is een vergelijking van appels en peren, en je kunt ’s mans oprisping dan ook gerust met een schouderophalen afdoen, maar ik vroeg me af waarom hij zoiets zegt.

Modieuze provocatie

Zijn woorden zijn een modieuze provocatie, zeker, maar ze onderstrepen ook dat leidinggevende lieden in deze tijd doof en blind zijn voor het verhaal, een verhaal bijvoorbeeld dat kamp Westerbork ons vertelt, maar de Nachtwacht even goed.

Bij een verhaal gaat het niet in de eerste plaats om de inhoud, om iets wat je kunt samenvatten, een onderwerp, nee, bij een verhaal gaat het om de strekking die je meer voelt dan begrijpt waardoor je intenser met het leven in contact komt dan door middel van de nuchtere ratio.

Verhalen kun je vergelijken, zeker, maar alleen in kwalitatieve zin. Het ene verhaal is beter, waarachtiger, mooier, overtuigender dan het andere. Daaraan ontleent het zijn – soms eeuwige – waarde.

Ik hoop dat een Directeur Beeld en Geluid deze epistemologie kan begrijpen. Het zou mooi zijn als hij zijn ondergeschikten op een dag het verhaal van de Nachtwacht vertelt.

Ik zie het gezelschap op het jaarlijkse personeelsuitje al voor me als de baas na de avondlijke pizza’s begint met: Er was eens, lang, heel lang geleden in de eeuw die ze de gouden eeuw noemden, een man…

 

 

 

LEES VERDER
WKtS
1 FEBRUARI 2020
DE VOLKSKNAR NUMMER 331

Klik hier voor een overzicht van de taalcolumns in de Volksknar.