ANKER OP HET WAD FOTO WILLEM KUIPERS
Dagstukjes – 269
Ceci n’est pas une pipe.
SCHILDERIJ VAN RENE MAGRITTE
et gaat tegenwoordig, ook in de kranten die je graag leest, steeds minder over kunstenaars en steeds meer over ‘cultuurmakers’.
Cultuurmakers.
Wat zijn dat?
Simpel, dat zijn mannen en vrouwen die cultuur maken.
Wat maken die mannen en vrouwen?
Cultuur.
Wat is cultuur?
Dat is een vraag die zich niet zo eenvoudig laat beantwoorden. Je kunt twee kanten op. Of je verwijst naar de leefwijze van bepaalde bevolkingsgroepen, hun gedrag, hun zeden, gewoonten, normen en waarden, hun ‘cultuur’, zoals de culturele antropologie ons geleerd heeft. Of je verwijst naar het begrip kunst, maar daar schiet je weinig mee op, want wat is kunst?
Dat weet niemand.
U niet, ik niet, museumdirecteuren of museumconservatoren niet, kunstgeleerden niet en critici die in de media hun oordeel geven al helemaal niet. Des te minder naarmate juist zij hebben moeten constateren dat kunstenaars – om met Harry Mulisch te spreken – het raadsel in de twintigste eeuw zo hebben vergroot dat het met je gezonde verstand niet meer te ontraadselen valt.
Donkere spiegel
Vandaag de dag kijk je als bezoeker van een actuele happening op het gebied van beeldende kunst in een donkere spiegel. Je ziet weinig, hooguit jezelf. Het vertoonde werk dwingt je de vraag te stellen in hoeverre de voorwerpen en concepten die je worden aangeboden, in verband te brengen te zijn met de kunst die je uit boeken en van grote internationale musea kent.
Let wel, ik heb het hier over de beeldende kunst zoals we dat vroeger noemden. Ik heb het niet – om het niet nóg ingewikkelder te maken – over videokunst, popmuziek, rap, dans of YouTube-filmpjes die miljoenen keren wordt gedownload.
Toch zou je die ‘cultuurmakers’ van de media met een beetje goede wil wel kunnen omschrijven. Dan zijn het mannen en vrouwen die ervoor zorgen dat de musici die samen voor een publiek willen spelen een podium krijgen, of de mannen en vrouwen die regelen dat een wereldberoemde kunstartiest de Oude Kerk in Amsterdam mag volstouwen met stinkende zandzakken, of de mannen en vrouwen die betaald door de overheid urenlang vergaderen over een ‘project voor de wijk’, of de mannen en vrouwen…., en ga zo maar door, maar hoe uitgebreid je deze opsomming ook maakt, het brengt je niet dichter bij de essentie, namelijk dat er in de maatschappij ten nutte van iedereen iets gemáákt wordt dat zich op heel verschillende manieren manifesteert, nu eens als kamermuziek in de Kleine Zaal van het Concertgebouw, dan weer als toneel in een theater in de Nes, activiteiten kortom die staan en vallen bij de wil, het talent, het uithoudingsvermogen en de liefde van een handvol individuen die over de benodigde, zeldzame, scheppende gaven en verbeeldingskracht beschikken die Kunst opleveren.
Nee, in plaats daarvan worden we langs kunsthistorische, musicologische, literaire of andere artistieke dwaalwegen naar een vage, sociologische en economische abstractie geleid – het maken van cultuur – die in elk geval flinke aantallen hoogopgeleiden altijd meer inkomen verschaft dan kunstenaars.
Gouache
Een cultuurmaker is geen kunstenaar, laat dat duidelijk zijn. Maar wat is hij dan wel? In mijn ogen is hij (of zij) een uitvinding van de media. Hun slordige manier van uitdrukken wist het achteloos het verschil tussen beide begrippen uit. Of erger. Hun berichtgeving maakt van een cultuurmaker geen kunstenaar, nee, ze verheft hem ver boven de kunstenaar.
Waarom? Ik weet het niet.
Voor mij is zo’n cultuurmaker bij de uitoefening van zijn beroep – is het een beroep? – niet meer of minder dan een politieagent op Schiermonnikoog, een portier bij de ABN-Amrobank, een bedrijfsleider bij Albert Heijn of een televisiepresentator bij de Avrotros, al dan niet nuttig en bekwaam, maar géén kunstenaar en met dat laatste bedoel ik een man of een vrouw – of een tiener als Anne Frank – die in staat is gebleken iets uitzonderlijks toe te voegen aan wat ieder mens onder alle omstandigheden nodig heeft.
Ik zou het daarom op prijs stellen als de kranten het woord cultuurmaker zouden laten varen. Dit taalgebruik roept een werkelijkheid op die ver afstaat van de artistieke realiteit die vorm krijgt in – bijvoorbeeld – het componeren van een sonate, het schrijven van een gedicht, het waterverven van een gouache of het choreograferen van een ballet. Besteed daar alle aandacht aan, zou ik zeggen.
Het woord cultuurmaker is in de media de uitstoot van nog meer geestdodend, modieus en bureaucratisch nihilisme.
TERUG NAAR DE VOORPAGINA
WORDT VERVOLGD
WKtS
EERDER IN LOGBOEK
18 SEPTEMBER 2020