Afscheid van Laura

MICHIEL JANSEN SCHOONHOVEN EN LAURA DOBBENGA

Een samenhang  die behalve droevig ook mooi was…

 

 

In bed, dicht tegen je aan gelegen,
is steeds jouw dood mijn grootste vrees;
myoop, zie ik niet verder dan
de korte warmte die ik voel.

MICHIEL JANSEN SCHOONHOVEN: MYOPIE

 

aura Jacoba Dobbenga is gisteren op de Nieuwe Ooster in de Watergraafsmeer te Amsterdam gecremeerd. Vrienden – en haar enige zus Elly – namen in de aula afscheid. Ton Koopman bespeelde het orgel.

Laura is 87 jaar geworden, maar hoe hoorbaar ze tijdens haar leven ook was, de laatste zeven jaar bracht ze goeddeels zwijgend door, haar geest verduisterd door een ziekte die haar onbereikbaar maakte.

Wij leerden Laura en haar levensgezel Michiel Jansen Schoonhoven kennen toen Laura ons advies vroeg over vertalingen in het Frans van Nederlandse literatuur. Michiel wilde ons zijn eerste verzenbundel laten lezen,  Ademhuis. Geen uitgever zag er brood in. Laura was voornemens om in Frankrijk aandacht te vragen voor de belangrijkste Nederlandse schrijvers, Michiel wilde weten of zijn gedichten ‘goed’ waren.

Dat wáren ze en dank zij Laurens van Krevelen – en De Buitenkant als uitgever – werden ze ten slotte toch gepubliceerd, maar pas nadat Michiel ermee had ingestemd dat er ook gedichten van zijn moeder in de bundel werden opgenomen.

Zijn moeder was de bekende communistische verzetsvrouw Sonja Prins die het concentratiekamp Ravensbrück had overleefd. Na de oorlog maakte ze naam als dichteres.

Moesten háár gedichten bij de zijne komen?

Het was voor Michiel een moeilijke beslissing omdat zijn moeder na terugkeer uit de hel met hem niets meer te maken wilde hebben. Het beetje moederliefde dat ze nog had bewaarde ze voor zijn tweelingbroer.

Laura was Romaniste. Ze excelleerde al jong in haar studie van de Provençaalse lyriek en doceerde Frans in het middelbaar en universitair onderwijs totdat de muziek, de oude muziek en vooral de muziek van de Renaissance haar meer en meer begon te obsederen. Bij Ton Koopman nam ze les op het klavecimbel.

Laura hield van het klavecimbel. Ze had er verscheidene – óók spinetten – in haar huis aan de Middenweg in Amsterdam én in Frankrijk, waar ze in het prachtige dorp Saint-Robert van een middeleeuwse ruïne een comfortabele, sfeervolle en zéér gastvrije woning had gemaakt. Michiel, een alzijdig begaafd man, die wiskunde, Russisch en Engels had gestudeerd en negentiende-eeuwse Engelse poëzie aan de universiteit van Amsterdam doceerde, had er een wondermooie tuin aan toegevoegd, een kunstwerk, dat geen bezoeker naliet te bewonderen.

Toen Michiel zeven jaar geleden overleed, begon ook Laura het leven – elke dag een stapje meer – te verlaten. Wij zagen er een samenhang in die behalve droevig ook mooi was, want wij wisten dat die twee niet buiten elkaar konden, geen dag. Ze hadden elkaar ooit onder zeer moeilijke psychische omstandigheden gevonden en elkaar sindsdien niet meer losgelaten. Een grote liefde verenigde én omringde hen.  Ze lieten er hun vrienden onvoorwaardelijk in delen.

Verweesd blijven wij achter. Getroost door de woorden die Laura altijd weer ten afscheid sprak: ‘Laten we elkaar goed vasthouden, anders vallen we van de wereld af. ‘

WKtS
18 JANUARI 2017