Bedreigd Groen


DE ZUIDAS IN AMSTERDAM GEZIEN VANUIT HET BEATRIXPARK.

 

AN EEN MENS zonder groen? Neen. Kan een stad zonder groen? Neen. Kan een stadsbewoner zonder groen. Neen.

Neen, neen. neen.

Driewerf neen.

Ik dwaal in Amsterdam graag door het groen en altijd komt het mijn stemming ten goede. Elke neiging om wie dan ook te negeren vervliegt. Ik word er akelig rustig van, van al dat groen.

Iedereen kent de grote parken, minder mensen kennen de nieuwe parken zoals het Westerpark en het Schinkeleiland en slechts weinigen kennen, zoals ik, álle parken die me – hoe verschillend ook – in de loop der jaren dierbaar zijn geworden.

Meer dan dierbaar.

Onmisbaar.

Ik ken in mijn buurt het Beatrixpark, het Amstelpark, het Vondelpark, het Sarphatipark, het Museumplein, het Amsterdamse Bos, de Nieuw Meer, het Schinkeleiland en de botanische tuin van de Vrije Universiteit en ik zou niet weten welke plek mij het liefste is, al richt ik mijn schreden gewoonlijk als vanzelf naar het Beatrixpark en geniet ik van de wandeling door de Beethovenstraat die maar doorgaat, wrede april of niet, haar iepen op te luisteren met de actuele bruidstooi van het prille groen.

Een feest, die jaarlijkse metamorfose. Een godsgeschenk.

Een oude bioloog, Jan Lever, die inmiddels overleden is, heeft in zijn nadagen nog eens alle bomen in deze buurt met open oog en kennis van zaken te boek gesteld. Hij trof bomen aan uit de hele wereld. Zelfs exotische exemplaren die in Amsterdam wetenschappelijk gezien helemaal niet kónden groeien. Laat Wilders het maar niet horen! Wat een rijkdom, deze Bomengids van Amsterdam-Zuid.

Een wonder

Amsterdam is om zijn uitbundige groen niet minder dan een wonder. De stad schaart zich daarmee in een reeks van uitzonderlijke steden, waartoe ik ook Praag, Berlijn, Stockholm, Kopenhagen, New York, Boston, New Orleans en Istanboel reken.

In zulke oorden lijkt het groen vanzelfsprekend. Zo groen moet een stad zijn.

Groen mag in een stad dan volkomen nutteloos lijken, het is zo overrompelend mooi dat je zou sterven als het plotsklaps verdween.

Van een stad zonder groen zou ik niet kunnen houden. Maar er zijn mensen die daar anders over denken. Er is een generatie  architecten, bouwers, bestuurders en andere hoogopgeleiden opgestaan die niet weet waarover je het hebt als je ze de kleurrijke caleidoscoop van blad, bloem, stam en stuifmeel voor de neus houdt.

Niks vanzelfsprekend.

Voor hen is het groen obstakel, lastig – waar is de bladblazer? – of nog erger: volledig onzichtbaar. Stront in hun ogen. Oogkleppen voor. Ezels in een tredmolen, blik op hun mobieltjes. Voor een bepaald soort modernistisch verdwaalde architecten is het groen zelfs ‘lelijk’. Er zit kennelijk iets in de mens dat geneigd is alles wat bloeit en groeit en altijd weer boeit naar het leven te staan.

Het is de hun aangeleerde rationaliteit van nut, doelmatigheid en geld.

Maar ze vergissen zich: als architectuur het proza is van de stad, dan is het groen de poëzie – grillig, verrassend, mysterieus, de esthetische essentie van waar het om draait in het bestaan – zelfs als je miljoenen in je kluis hebt liggen.

Vriend

Omdat ik al jaren vriend ben van het Beatrixpark weet ik hoe het bestuur strijdt tegen de aantasting en zelfs vernietiging van deze wonderschone enclave. De Zuidas rukt op. 

De Zuidas is het veelkoppige monster dat mensen vreet en geld schijt.

De Zuidas is een Groen Links sprookje van ongebreidelde groei – maar hoger dan zestig meter mogen ze niet, de sukkels, vanwege Schiphol.

Men zit elkaar – op dát niveau – per definitie dwars. Concurrentie, strijd, waar gehakt wordt vallen spaanders, soms moet je je verlies nemen. This is reality, man. Zo werkt de markt. Niets op tegen, zou ik zeggen, dus bouw lekker voort, jongens, maar doe het in stijl en met oog voor andermans noden, onze opgroeiende kinderen bijvoorbeeld.

Leg net als bij Wallstreet op Manhattan tuinen aan, plant bomen, graaf vijvers, schep poelen en plassen en laat fonteinen klateren… Voeg een vleugje poëzie toe aan het beton, een goudvis, wat kikkers, velden lelietjesvandalen, een ooievaar, hopen zand, kuilen, ondoordringbaar struikgewas en amandelbloesems voor de bijen, maar BLIJF MET JE GEMANICUURDE POTEN VAN HET BEATRIXPARK AF!

 

WKtS
14 APRIL 2014

Zie ook de site van de Vrienden van het Beatrixpark in Amsterdam.