Toeristenplaag

SAN MARCOPLEIN VENETIE                                                                                                    Foto Willem Kuipers

 

Dagstukjes – 243

 

Tempels, watervallen en zonsondergangen
zien ze misschien, maar de mens zien zij niet.

ILJA LEONARD PFEIJFFER: GRAND HOTEL EUROPA

 

 

Een paar weken weg kan heilzaam werken. Vooral als je urenlang in Grand Hotel Europa hebt mogen verblijven, de roman van Ilja Leonard Pfeijffer, waarin de schrijver eloquent zijn banvloek over het massatoerisme uitspreekt.

Zijn woorden zijn mij uit het hart gegrepen. Dagelijks constateer ik in Amsterdam hoe dierbare plekken als het Oudekerksplein met een vette laag gemelijkheid, desinteresse en wangedrag overdekt raken.

Wie dat – als fietser of wandelaar – maar vaak genoeg aan den lijve ondervindt, vraagt zich af of hij nog wel toerist kan zijn.

Nee dus, en daarom noem ik mij geen toerist, meneer, maar reiziger, omdat ik niet bij een groep hoor, een horde of een massa, maar meestentijds alleen of hooguit met z’n drieën op pad ben – op die manier houd ik mezelf buiten schot, want ik wil natuurlijk wel blijven zien wat talloze schrijvers mij in de loop van mijn leven met zoveel geestdrift, liefde en kennis aan aardse rijkdom hebben voorgeschoteld.

Op de Simplonpas

Zo stak ik de afgelopen weken te voet de Simplonpas over, voer ik over het meer van Annecy – terwijl ik ’s anderendaags deze fraaie plas op de fiets probeerde te ronden – en dineerde ik op ouderwets Franse wijze met mijn vrouw bij het indrukwekkende Stanislasplein in Nancy.

Afhankelijk van de mate waarin ik mijzelf noodgedwongen toerist noemde, voelde ik me nogal ongemakkelijk tussen al die slenteraars in Nancy en Annecy – nee, niet op de Simplonpas, daar in de hoogte kwamen we geen mens tegen – hoewel ik wist waarom ik daar was en vloeiend, ahum, de talen spreek die zelfs de plaatselijke bevolking niet altijd meer goed spreekt.

Anders dan al die toeristen zat ik niet op Godot te wachten.

Heerlijke tijd

Ik weet overigens wat het betekent om toerist te zijn. Ik was het twee jaar geleden nog, toen een familielid mij en mijn vrouw meenam naar de heilige plaatsen in Israël. Christen als hij was – hij is kort daarna overleden – wilde hij de reis graag in het gezelschap van pelgrims maken, wat mij een goed plan leek omdat Israël gelovigen uit alle windstreken met open armen ontvangt en ze geen strobreed in de weg legt. Geen wonder: zij spekken de staatskas met miljoenen sjekels per jaar.

Ik had een heerlijke tijd, met hém, mijn vrouw én mijn roomse, veelal Brabantse reisgenoten. Toch zal ik iets dergelijks niet gauw weer doen. Niet alleen omdat ons familielid ten hemel is gevaren en ik geen pelgrim ben, maar ook omdat ik niet wil bijdragen aan de wereldwijde toeristenplaag die onmiddellijk een halt moet worden toegeroepen, vind ik.

Te beginnen in Amsterdam.

Geen drommen uitvreters de stad meer in, alleen nog reizgers die dit prachtige Grand Hotel aan de Amstel met ons willen delen.

 

 

 

LEES VERDER
WKtS
29 OKTOBER 2019