DOKTOR FAUSTUS – 42

 
 
 
GEEN VLEKKEN IN HET LAKEN…
 
42
 
Hij kwam er nog wel achter en waarom zou het één van die drie geweest zijn? Sloop er niet heel iemand anders ’s nachts door dit kasteel om mannen, deze mannen boordevol Kritische Intelligentie, hun zaad te ontnemen en er levenskrachtige, slimme kinderen mee te verwekken. In vitro fertilisatie. Hij voelde zich nuchter worden, geen vlekken in het laken. Hij had de neiging in de lach te schieten. Wat was er nu helemaal gebeurd?
 
In de ontbijtzaal trof hij het inmiddels vertrouwde gezelschap, op Lars na, die niet sliep, maar al uren aan het lopen was deed hij elke morgen, een Zweedse vorm van dauwtrappen. Beschroomd schoof Werner aan, niet alleen de turbulentie in zijn nieren, lever en bloedbaan, met een pijnlijke knoedel in zijn hoofd, de verrukkelijke gevolgen van een teveel aan levenswater, zat hem dwars, ook de aanblik van de drie vrouwen. Hij nuttigde wat van het smørrebröd zonder hen aan te kijken. Toen stootte llse hem aan, hij zag de vonk in haar ogen, hij verwachtte iets…, maar ze zei alleen dat ze langzamerhand eens moesten gaan. Hij knikte. Ze hadden nog een flink stuk voor de boeg. Hij knikte weer. Ze liepen samen weg en terwijl ze de brede trap naar de bovenverdieping beklommen, zei Ilse: ‘AnniFrid wil met ons mee.’ Werner stapte mis, kon nog net de leuning grijpen. AnniFrid wilde met hen mee? Mijn God, dan was zij dus…. Neen, nee, onmogelijk.
 
‘Wat vind jij?’ vroeg hij om tijd te winnen. Hij hoopte dat ze tegen zou zijn. Hij zag het portret van een statig zeventiendeeeuws echtpaar, misschien de eerste bewoners van dit huis, beloond voor hun trouwe dienst aan de Wasa’s. Adel, als knokploegen van de macht ontstaan.
 
‘Ik heb er geen enkel bezwaar tegen,’ zei Ilse, ‘ik vind het eigenlijk wel plezierig.’
 
Werner zag ze hun hoofden naar elkaar buigen en plotseling, het verraste hem, zo wankel als hij was daar op die trap, geschokt door wat hem die nacht door een nymfomane geleerde was aangedaan, stak er iets de kop op dat hij in het bijzijn van Ilse nog slechts in een milde vorm had ervaren: jaloezie. AnniFrid!
 
‘Mag ik daar misschien nog even over denken?’ vroeg hij ogenschijnlijk heel redelijk en rustig.
 
Ilse knikte.
 
Ze pakten hun tassen met nachtgoed en ontmoetten elkaar weer in de hal. ‘En?’ vroeg Ilse, nog voordat hij de begane grond had bereikt.
 
‘Ik ben tegen,’ zei Werner.
 
‘Dan doen we het niet,’ zei Ilse en ze liep door, kennelijk om AnniFrid van hun besluit in kennis te stellen.
 
Werner bleef in tweespalt achter. Hij was door AnniFrid met een natte vinger te lijmen geweest. Het meisje maakte hem nieuwsgierig, al stootte ze hem ook af. Niet eens zozeer haar act met de blote snorremans had haar tegen hem ingenomen, als wel dat geklaag over haar vader en moeder. Misschien niet eens het feit dat ze klaagde, maar de manier waarop.
 
Hij wilde niet nog meer afgeleid worden. Hij raakte sowieso al aardig ver van zijn doel verwijderd. Nee, hem had die Faust niks in het vooruitzicht gesteld. Hij moest alles zelf doen. Wie was het geweest? Een vrouwelijke Faust? Het zou kunnen. Een vrouwelijke Faust, met gesloten vizier. Hij schoot in de lach en herinnerde zich opeens het moment in Ilses bibliotheek dat ze hem op al haar edities van het Faustverhaal had gewezen. Een prachtige facsimile van de Historia von Dr. Johann Fausten uit 1587 had hij, als gevolg van zijn hebzuchtige zwakheid, bijna niet meer los kunnen laten. Het Faustbuch, het vuistboek. Haar vuist had zich om zijn geslacht gesloten. Als een klem, een tedere klem vol beloften, meer dan geil alleen…, een afspraak, een bezegeling, ja… Wat was er met hem gebeurd?
 
‘Kom we gaan,’ zei Ilse, wat kortaf voor haar doen, wat hem verbaasde en lichtelijk verontrustte. Ging hij nu op alle slakken zout leggen?
 
Ze namen afscheid, wisselden adressen en telefoonnummers uit. Arne beloofde hem te bellen. Ze hadden nog zoveel te bespreken. Het moeilijkste was de omhelzing van AnniFrid. Wat had Ilse tegen haar gezegd? Ze glimlachte en kuste hem zonder ook maar de geringste aarzeling vol op de mond. Lena idem dito. Vrije liefde. Moest hij wel weg?
 
De houding van de drie vrouwen, aan wie hem niets, maar dan ook niets verdachts was opgevallen, hielp hem op weg. Zijn nukkige afwijzing van AnniFrids verzoek zat hem nu dwars. Was hij niet te onverbiddelijk geweest? Moest ze gestraft? Waarom was in het donker alles zo anders dan overdag in het Zweedse licht? Was de metamorfose een vondst van het licht, door het licht geschapen? Wat deed het licht, de lichtval? Had in de negentiende eeuw een revolutie in de kunst teweeg gebracht, het impressionisme, moest hij het met Ilse over hebben dat was toch het makkelijkste, zulke onderwerpen, eindeloos lullen, niets aan de orde stellen, ongein, academisch gezwets, houdt de schriftgeleerden van de straat…
 
Ilse wilde het met hem over iets heel anders hebben. Ze reden, opnieuw comfortabel gezeten in het zachte leer van hun Germaanse sedan, de Zweedse hoofdstad uit, op weg naar Värmland, te midden waarvan, ergens, Långbanshyttan lag, dat diep in haar schoot verborgen het lood voor hem bewaarde. Voor hem.
 
De wagen gromde zacht, maar krachtig, vertrouwd als een medemens. Ilse reed rustig en ontspannen totdat de weg begon te steigen en bochtig werd. Ze moest nu vaak schakelen, telkens weer greep haar hand naar de versnellingspook. Hij zag haar nagels, haar felrood gestifte mond. Ze zei: ‘Ik had AnniFrid wel wat nader willen leren kennen…’
 
Werner bromde wat. Hij had niet zoveel behoefte aan dit onderwerp.
 
‘Ze heeft me,’ ging Ilse door, als om, dacht hij, hem het foutieve van zijn beslissing nog eens in te wrijven, ‘gisteravond wel zoveel over haarzelf en haar ouders verteld dat ze me erg naderbij gekomen is. Het was me nogal een verhaal. Haar moeder blijkt een Noorse te zijn, die na de oorlog moest vluchten omdat ze een Duitse man had, de vader van AnniFrid. Ze weken uit naar Zweden. Daar is die man tot ver na de oorlog onder de invloed van het nationaalsocialisme gebleven… Begrijp je zoiets?’ Ze keek opzij. ‘Het was een fanatiekeling. Hij geloofde in het weerzinwekkende idee van de eugenetica, je weet wel, en hij geloofde ook in dat even weerzinwekkende project van Hitler dat bedoeld was om de staat raszuivere kinderen te leveren… Lebensborn.’